Willy Vandersteen en de koningskwestie
De koningskwestie beroerde België gedurende een tiental
jaar. Het land stond zelfs op de rand van een burgeroorlog. Maar wat was er
juist aan de hand? En wat is het verband met Suske en Wiske?
De stierentemmer
In het volgende avontuur van Suske en Wiske, De
stierentemmer, blijven Lambik en Wiske ternauwernoord met hun parachute aan een
rotspunt hangen, wat Lambik de reactie ontlokt: “Hopla! Wij stuiken er in! Nu zijn
we gelijk de koningskwestie!” “Hoe dat, Lambik?”, vraagt Wiske. “Wel, we zijn
een hangende zaak, he!”
Nog opvallender is het einde van datzelfde verhaal, waarin de personages van Spanje terug naar België reizen. “Het vliegtuig verlaat weldra het land waar de appelsienen groeien… en zweeft na een goede reis boven het land van Ja en Neen”, aldus Vandersteen. Vervolgens gooit Lambik in volle vlucht een spandoek door het raampje, met daarop de tekst “JA… Morgen begint ons nieuwe avontuur: De Stalen Bloempot!” Wiske is er niet gerust op: “Zou dat OOK zo lang duren, Lambik?”
Zo volgt Vandersteen de overgrote meerderheid (72%) van de Vlamingen, die in maart JA had gestemd tijdens het referendum over de terugkeer van de koning. En passant geeft hij ook kritiek op het lange aanslepen van de zaak. De twee bovenstaande stroken werden gepubliceerd op 15 mei 1950, tussen de volksraadpleging en de verkiezingen.
De stalen bloempot
De voorpublicatie van De stalen bloempot begint op 17 mei
1950, twee maand na de volksraadpleging, en eindigt op 22 september, ruim een
maand na de aanstelling van Boudewijn als Koninklijk Prins. De Vlamingen
voelden zich bedrogen: ondanks de uitslag van het referendum had Leopold moeten
aftreden, onder druk van de Waalse socialisten. In de rechts georiënteerde
Standaard vertaalde Vandersteen dit gevoel naar een verhaal van Suske en Wiske,
die terugkeren naar het eiland Amoras, de heimat van Suske.
Het verhaal opent met een veelzeggende dialoog tussen twee regenwormen in de tuin van Lambik: “Opgepast! Daar is de Mens! Het is Zondag: hij zal weer gaan vissen!”, “Bijlange niet! Als ‘t Zondag is, moet hij naar de stembus!” “Allee, dat kan niet! De Mens is pas naar de stembus geweest !” “Pf! … Ge ziet die dingens waar hij op loopt he! ... Hewel, dat heet de Mens ‘voeten’ .. en .. Ho!.. Als ge moest weten hoe daar mee gespeeld wordt!!!” Op amper een jaar tijd hadden de Belgen drie keer naar de stembus moeten trekken en volgens Vandersteen was dat niet veel meer dan met de mensen hun voeten rammelen. Een van die stembusgangen was wat Vandersteen via Wiske “de Volksbeetneming” noemde.
Het verhaal opent met een veelzeggende dialoog tussen twee regenwormen in de tuin van Lambik: “Opgepast! Daar is de Mens! Het is Zondag: hij zal weer gaan vissen!”, “Bijlange niet! Als ‘t Zondag is, moet hij naar de stembus!” “Allee, dat kan niet! De Mens is pas naar de stembus geweest !” “Pf! … Ge ziet die dingens waar hij op loopt he! ... Hewel, dat heet de Mens ‘voeten’ .. en .. Ho!.. Als ge moest weten hoe daar mee gespeeld wordt!!!” Op amper een jaar tijd hadden de Belgen drie keer naar de stembus moeten trekken en volgens Vandersteen was dat niet veel meer dan met de mensen hun voeten rammelen. Een van die stembusgangen was wat Vandersteen via Wiske “de Volksbeetneming” noemde.
Hierna wordt Suske ontvoerd door de Bloempotters, “een klein maar machtig stel samenzweerders”. Suske blijkt, als overachterkleinzoon van Sus Antigoon, stichter van de zestiende eeuwse eilandstaat Amoras, de wettige koning van Amoras te zijn. Maar, aldus de Hoofdbloempot: “Gij zult slechts koning worden als gij onze geheime plannen dient … zo niet … zullen uw vrienden een wrede dood sterven!”
Voor het zover kan komen, slagen Wiske, Lambik en Sidonia er in Suske te bevrijden. Ze vliegen met de Gyronef verder naar Amoras. “Ik ben nu toch eens kurieus wat er hier mag gaande zijn! Het is niet zeker dat Suske als koning overal welkom zal zijn!” aldus Sidonia. Suske en Wiske besluiten dan ook een kijkje te nemen in de stad, waar ze een gesprek tussen twee roddeltantes opvangen: “En hewel he, Farajilde… en hewel he… ze zeggen dat hem terug komt… en hewel he… ze zeggen dat hij het “Plan” zal doen uitvoeren zeggen ze!”
Er wordt een aanslag gepleegd op stadhouder Alowisius Blaaskop, “de dag voor dat over zijn Plan moest gestemd worden! Daar schuilen, als je het mij vraagt, de Bloempotters achter! ’t Zijn me tijden!!!” aldus een passerende soldaat. Suske geraakt slaags met de Bloempotters die de aanslag pleegden en er ontspint zich een verrassend actuele dialoog.
Later worden onze vrienden binnen gelaten bij de stadhouder, die uitlegt dat de mensen van Amoras spontaan hun teveel aan geld in de Staatskas hebben gestort “en mij verzocht er iets mee aan te vangen en de Hemel te danken voor onze welvaart! Ik heb dan een Plan uitgewerkt dat echter door een meerderheid in de Raad moet gestemd worden! En hier begint het spel scheef te lopen! Een geheime bende, de Stalen Bloempotters, is tegen mijn plan gekant! De duivel weet waarom!!” “’t Is toch overal iets…”, merkt Lambik schamper op. En het wordt nog erger: “De Bloempotters hebben een lastercampagne op touw gezet ! Het volk zal “Neen” stemmen ! Alleen de steun van een nieuwe koning kan mij redden!”
Blaaskop heeft het plan opgevat een kopie van de Kathedraal van Antwerpen op Amoras te bouwen. En vanuit dit merkwaardige religieuze (lees: katholieke) aspect kan de vergelijking met de koningskwestie gemaakt worden. Het Plan is de bouw van een Kathedraal en staat voor een heropleving van traditionele Vlaamse waarden, met voorop natuurlijk respect voor God, vaderland en vorst. De bevolking van Amoras is voor het Plan, de Stalen Bloempotters tegen.
Wanneer een affiche de komst van de koning aankondigt, trekt de bevolking zingend en dansend door de straten: “Hoera! De Koning komt!”, “Leve de Koning!”, “Stemt het plan!”, “Wij eisen een kathedraal!” Ondertussen is Suske echter gekidnapt door de Stalen Bloempotters, die hem uitleggen “waar wij uw steun voor vragen”: Babellar, een imitatie van de toren van Babel, als eerbetoon aan “ons onverdroten, hardnekkig en urenlang gepraat” - de samenzweerders zijn of waren namelijk parlementsleden, ministers, senatoren of volksvertegenwoordigers.
Suske weigert - uiteraard - zijn medewerking en wordt opgesloten, waarna de Bloempotters de straten van Amoras vol affiches hangen: “Burgers, laat u niets wijsmaken! De koning zal de troon niet bestijgen! Hij is zelfs niet in ‘t land. STOP het plan Blaaskop! STEMT NEEN.”
Lambik en Wiske slagen er in Suske ternauwernood te bevrijden en “nu volgen de gebeurtenissen elkaar snel op. Suske doet zijn intrede, bestijgt de troon en eer het avond is, is de kiezing uit de voeten en het plan gestemd.”
De Stalen Bloempotters weigeren zich bij de uitslag van het referendum neer te leggen en besluiten verder te proberen de bouw van de Kathedraal te saboteren: ze plegen een aanslag op bouwmeester Lambik, proberen hem vervolgens te vergiftigen, blazen hierna de haven op en zijn zelfs niet te beroerd een oorlog te beginnen, waarbij de beschieting van Amoras dient als afleidingsmanoeuvre terwijl de Kathedraal wordt ondermijnd.
De link naar de echte wereld is niet moeilijk te leggen. Stadhouder Alowisius Blaaskop en de bevolking, die zijn Plan steunt, symboliseren het katholieke Vlaanderen, dat voor een terugkeer van de koning was. Daar tegenover staan de Stalen Bloempotters. Zij staan symbool voor de ‘goddeloze’ socialisten (zou het toeval zijn dat hun tunieken rood zijn en dat hun symbool een bloem - misschien wel een roos - is?), die enkel een koning willen als hij naar hun pijpen danst. Ze blijven tegen de wil van de meerderheid van de bevolking ingaan, waarbij geen middel hen te min is: van leugen- en lastercampagnes over aanslagen tot zelfs een oorlog.
Het zat Vandersteen hoog dat de terugkeer van Leopold III in mineur verlopen was, ondanks de volstrekte meerderheid van de bevolking die voor was. Zoals wel meer katholieke stripauteurs klaagt hij de overdreven invloed van straatgeweld aan: met stenen gooien weegt blijkbaar zwaarder door dan een democratische meerderheid. Dat blijkt ook uit de schimpende opmerking van Suske wanneer die na de aanslag op de haven met enkele soldaten de Hoofdbloempot wil aanhouden: “Ha! Deze keer hebben we hem! Hij is alleen! Maar pas op, dat we geen rammel krijgen want wij hebben de volstrekte meerderheid!”
Een laatste verhaalelement dat naar de koningskwestie lijkt te verwijzen, zijn de tweelingbroers Blaaskop: stadhouder Alowisius en Hoofdbloempot Dokus zijn broers maar staan toch tegenover elkaar, min of meer zoals Leopold III en zijn broer en vervanger Karel.
De stalen bloempot in album
In Brabant Strip Magazine verwijst Patrick Vranken naar de
avonturen van De stalen bloempot na het verschijnen in de krant. In Vlaanderen
wordt het album een enorm succes, zodat er bijna onmiddellijk een herdruk komt
- wat leidde tot heel wat verwarring en discussie bij verzamelaars van eerste
drukken. Rond dezelfde tijd begon Standaard Uitgeverij de verhalen ook in het
Frans te vertalen. Al op het eerste album, Lambique chercheur d’or
(Bibbergoud), staat De stalen bloempot aangekondigd als derde album in de
reeks. Daarna blijft het
achter op de eerst vier albums ter
plaatse trappelen onder het kopje “in voorbereiding”. Uiteindelijk verscheen
het pas in de jaren zeventig in de kleurenreeks in het Frans.
De reden dat de uitgeverij dit succesnummer niet op onze zuiderburen wou loslaten, is duidelijk: zelfs zonder tekst worden in dit verhaal te duidelijke standpunten ingenomen over de koning en de straatprotesten, terwijl de eerder socialistische Franstaligen net de NEEN-stemmers en betogers waren geweest tegen wie Vandersteen zo van leer trok. Of zoals Vranken zegt: “Het verhaal was ook zonder woorden té Vlaams en té koningsgezind.” Overigens verschenen De bokkerijders en De mottenvanger, twee andere politiek getinte strips, nooit in de Nederlandse en Franse albumreeks.
Bronnen
De inspiratie voor deze pagina haalde ik uit een artikel van
Patrick Mangelschots in De avonturen van Willy Vandersteen, een speciaal nummer
van Knack naar aanleiding van 65 jaar Suske en Wiske.
In zijn thesis Stripverhalen in de Belgische dagbladpers (1945-1950) analyseerde Sebastien Baudart de politieke verwijzingen in de krantenverhalen van Vandersteen en andere Vlaamse auteurs.
Patrick Vranken schreef voor Brabant Strip Magazine de vijfdelige reeks De voorzichtige Vandersteen, over de politieke inspiratie van de tekenaar. Het artikel over de koningskwestie staat ook online.
In zijn thesis Stripverhalen in de Belgische dagbladpers (1945-1950) analyseerde Sebastien Baudart de politieke verwijzingen in de krantenverhalen van Vandersteen en andere Vlaamse auteurs.
Patrick Vranken schreef voor Brabant Strip Magazine de vijfdelige reeks De voorzichtige Vandersteen, over de politieke inspiratie van de tekenaar. Het artikel over de koningskwestie staat ook online.