Tardi en de Grote Oorlog
Het hangt wit op zwart aan het begin van de tentoonstelling ‘Tardi en de Grote Oorlog’ in de Brusselse Bozar en het zegt twee dingen over deze expo: ten eerste dat de Franse tekenaar Jacques Tardi geen blad voor de mond neemt wanneer hij het over de Eerste Wereldoorlog heeft en ten tweede dat deze expo oorspronkelijk bedoeld was voor het grotendeels Franstalige publiek van Angoulême - op zich niks mis mee natuurlijk maar in Brussel zullen hopelijk ook wat Nederlandstalige stripfans passeren en daar is niet altijd evenveel rekening mee gehouden.
Voor de eerste keer zijn alle platen uit ‘De Grote Slachting’, het grote vervolg op Tardi’s klassieker ‘Loopgravenoorlog’, te zien op één tentoonstelling. Van de drie gangen die de expo inneemt, worden er dan ook twee ingenomen door de panoramische tekeningen met bijhorende tekstkaders uit het boek. Telkens hangen de originele geïnkte tekening en de ingekleurde versie boven of naast elkaar. Technisch detail: de kaders zijn prachtig uitgelicht, iets waar volgens ons heel wat tijd en moeite in gekropen moet zijn.
Er wordt letterlijk maar ook figuurlijk een zijpad ingeslagen met ‘De Bloedige Naweeën’, een cd-boek uit 2009 met liedjes van Dominique Grange en teksten van historicus Jean-Pierre Vernay, die Tardi vaak bijstond met advies voor zijn strips over WOI. Elk liedje is voorzien van een passende tekening die zo uit ‘De Grote Slachting’ weggelopen hadden kunnen zijn. Er hangen ook cartoons, waarbij eentje speciaal opviel: een soldaat ziet vanuit zijn loopgraf een herdenkingstocht passeren naar aanleiding van de honderdste verjaardag van het begin van de Eerste Wereldoorlog en beseft dat hij en zijn makkers daarvoor gesneuveld zijn. Ironisch dus dat deze expo enkel in Brussel geraakt is dankzij de herdenking van WOI…
In dezelfde gang hangen enkele schetsen, waarbij wordt uitgelegd dat ze uitgegeven zijn in een “carnet inédit” (ongewijzigd schrift) wat in het Nederlands plots een “ongepubliceerd boek” is geworden, en wordt een televisie-interview met Tardi vertoond - in het Frans uiteraard maar ook zonder ondertiteling. Dat, plus het feit dat alle Nederlandstalige teksten op de muur geplakt zijn naast de Franse, Engelse en Duitse, geeft je als Vlaamse stripliefhebber nog maar eens het gevoel dat je maar van secundair belang bent in Brussel.
De expo eindigt met een selectie van originelen uit ‘Loopgravenoorlog’, nog steeds Tardi’s magnum opus. Ze worden vergezeld van enkele ontstellende cijfers over de Eerste Wereldoorlog - zo vielen er op de vier jaar en drie maand dat de oorlog duurde, ongeveer 18,5 miljoen slachtoffers. Tardi is er in geslaagd die waanzin in zijn tekeningen te vatten door zich te concentreren op de gewone mensen in plaats van op de grote gebeurtenissen. Tardi’s strips worden wel eens omschreven als droog en hij laat de zinloze gruwel langs beide zijdes zien maar de Fransman kiest wel degelijk een kant - niet voor de Duitsers of de Fransen, niet voor de soldaten of de burgers maar voor het het kanonnenvlees en alle andere weerloze slachtoffers. Zij zien af in de grauwe loopgraven, in de lamentabele ziekenhuizen, in de kleine boerendorpjes. “Nooit meer oorlog” is ondertussen verworden tot een wat holle leuze in het verwende Westen maar ‘Tardi en de Grote Oorlog’ laat perfect zien waarom we de horrors van de oorlog niet opnieuw willen beleven.
‘Tardi en de grote oorlog’, nog tot en met 23 november alle dagen van 10 tot 18 uur in BOZAR, Ravensteinstraat 23, Brussel