speakers aansluiten
Hoe sluit ik mijn speakercabinets aan op mijn versterker zonder hem te overbelasten en in de fik te steken? Het is een vraag die niet alleen muzikanten (met zogenaamde stacks voor hun basgitaar of elektrische gitaar) maar ook muziekliefhebbers in het algemeen (bij het uitbreiden van hun dure stereo installatie) zich vaak stellen. Dit artikel geeft een korte les elektriciteit om daarna uit te leggen wat het verschil is tussen serie en parallel, hoe wattage en ohmage met elkaar verbonden zijn en hoe ze te berekenen.
impedantie
De meeste lezers zullen al wel een lesje over de theorieën achter electriciteit in het middelbare onderwijs hebben moeten uitzitten maar zaten toen met hun gedachten allicht elders. Daarom even deze opfrissing.
De stroom elektronen die door een elektrisch circuit vloeit en die wij elektriciteit noemen, kan eigenlijk gemakkelijk vergeleken worden met water dat door een tuinslang vloeit. Deze elektrische stroom wordt gemeten in Ampère. Aan het einde van je tuinslang hangt normaal gezien een spuitpistool. Als je hiermee niks doet, zal het het water tegen houden, waardoor er logischerwijze druk ontstaat vlak voor de spuit. Bij elektrische stroom noemt men die druk het Voltage en het tegenhouden van het water is vergelijkbaar met een niet aangesloten speaker: er is wel druk (Voltage) maar geen (elektrische) stroom.
Je kunt nu deze druk doen variëren door je pistool op verschillende manieren in te stellen, waardoor telkens een bepaalde hoeveelheid water de tuinslang uitspuit. In een elektrisch circuit noemt men dat pistool, dat je waterstroom omzet in een bruikbare waterstraal, een massa, iets dat werkt op elektrische energie en een weerstand of impedantie heeft, beide gemeten in Ohm (afgekort tot de Griekse letter omega ofwel Ω).
Een weerstand is steeds constant en kun je dus vinden bij gelijkstroom (DC), impedantie daarentegen wisselt naargelang de frequentie en is dus van toepassing bij wisselstroom (AC). Het signaal van een versterker naar een speaker is steeds een wisselend signaal. Gemakkelijkheidshalve zullen we vanaf nu spreken over impedantie wanneer we een weerstand tegen de stroom bedoelen.
Een speaker is met andere woorden een massa en heeft dus een impedantie, die in feite doodgewoon aangeeft hoe hard de versterker zal moet werken om de speaker aan te drijven. Indien de weerstand in de speakers te laag is, zal de versterker harder gaan ‘geven’ en loop je het risico hem te overbelasten. Als je speakers aan de andere kant een te hoge weerstand hebben, krijg je niet alles uit je versterker. Daarom is impedantie zo belangrijk. De impedantie van een speaker is steeds aangegeven achteraan op de cabinet en anders in de handleiding - typische voorbeelden zijn 4, 8 en 16 Ohm.
De stroom elektronen die door een elektrisch circuit vloeit en die wij elektriciteit noemen, kan eigenlijk gemakkelijk vergeleken worden met water dat door een tuinslang vloeit. Deze elektrische stroom wordt gemeten in Ampère. Aan het einde van je tuinslang hangt normaal gezien een spuitpistool. Als je hiermee niks doet, zal het het water tegen houden, waardoor er logischerwijze druk ontstaat vlak voor de spuit. Bij elektrische stroom noemt men die druk het Voltage en het tegenhouden van het water is vergelijkbaar met een niet aangesloten speaker: er is wel druk (Voltage) maar geen (elektrische) stroom.
Je kunt nu deze druk doen variëren door je pistool op verschillende manieren in te stellen, waardoor telkens een bepaalde hoeveelheid water de tuinslang uitspuit. In een elektrisch circuit noemt men dat pistool, dat je waterstroom omzet in een bruikbare waterstraal, een massa, iets dat werkt op elektrische energie en een weerstand of impedantie heeft, beide gemeten in Ohm (afgekort tot de Griekse letter omega ofwel Ω).
Een weerstand is steeds constant en kun je dus vinden bij gelijkstroom (DC), impedantie daarentegen wisselt naargelang de frequentie en is dus van toepassing bij wisselstroom (AC). Het signaal van een versterker naar een speaker is steeds een wisselend signaal. Gemakkelijkheidshalve zullen we vanaf nu spreken over impedantie wanneer we een weerstand tegen de stroom bedoelen.
Een speaker is met andere woorden een massa en heeft dus een impedantie, die in feite doodgewoon aangeeft hoe hard de versterker zal moet werken om de speaker aan te drijven. Indien de weerstand in de speakers te laag is, zal de versterker harder gaan ‘geven’ en loop je het risico hem te overbelasten. Als je speakers aan de andere kant een te hoge weerstand hebben, krijg je niet alles uit je versterker. Daarom is impedantie zo belangrijk. De impedantie van een speaker is steeds aangegeven achteraan op de cabinet en anders in de handleiding - typische voorbeelden zijn 4, 8 en 16 Ohm.
één speaker
De meeste (lampen)versterkers geven zelf aan hoeveel stroom (het wattage, meestal aangegeven vooraan op de versterker) ze uitsturen naar hun speakers bij een bepaalde impedantie (in ohm, meestal aangegeven bij de speakeraansluiting op de achterzijde). Onthoud ook dat stroom omgekeerd evenredig is met impedantie. Indien een bepaalde amp 200 watt uitstuurt naar een massa van 8 ohm, zal hij bijvoorbeeld zo’n 350 watt produceren bij 4 ohm. Dit betekent dus dat hij meer vermogen moet generen dan waarvoor hij voorzien is, wat al snel zal resulteren in een luide knal en een rookpluim... Indien je je versterker aansluit op één cabinet, is het dus simpel: zoek een cabinet met liefst dezelfde (voor de beste prestaties) of anders zeker een hogere (weliswaar met een lagere output als gevolg) impedantie.
Om te weten hoeveel watt je effectief gebruikt met een bepaalde set up, volstaat deze formule:
effectief gebruik = (correcte versterker impedantie / speaker impedantie) x wattage versterker
Als je versterker bijvoorbeeld 800 watt geeft bij 2 ohm en je sluit hem aan op een speaker met 8 ohm impedantie, zal het effectieve gebruik (2 / 8) x 800 = 200 watt zijn en dus ver onder het vermogen van je versterker liggen.
Indien men het effectief gebruik deelt door het ‘ideale’ gebruik krijgt men een percentage dat aanduidt hoe efficiënt de amp gebruikt wordt. Zowel het ‘onder-‘ als ‘overvoeden’ van cabinets is slecht voor speakers. Er kan al lichte schade ontstaan wanneer het efficiëntiepercentage buiten de grenzen van vijftig tot honderdvijftien procent valt. Aan de andere kant zijn speakers en dus cabinets meestal gerateerd aan de hand van hun Root Main Square (RMS), de gemiddelde waarde tijdens langdurig gebruik, die dus een stuk onder het piekvermogen ligt. Als een cabinet bijvoorbeeld een vermogen van 150 watt heeft, dan kan hij waarschijnlijk toch een amp van 200 watt aan omdat het piekvermogen zo’n dertig à veertig procent hoger ligt (rond de 195 à 210 watt). Een show van drie uur spelen op deze combinatie is natuurlijk ook weer niet echt veilig...
Overigens is ook het wattage van je speakers van belang voor het totale uitgestraalde vermogen. Indien de speakers in een bepaald cabinet allemaal een even groot vermogen hebben, is hun totaal vermogen gelijk aan het vermogen van één speaker x het aantal speakers, bijvoorbeeld 50 watt x 4 speakers = 200 watt totaal vermogen. Bij verschillende waarden krijgen alle speakers hetzelfde vermogen van de versterker waardoor de laagste waarden worden gebruikt voor de berekening. Een cabinet met bijvoorbeeld 2 50 watt en 2 25 watt speakers heeft een totaal vermogen van 25 x 4 = 100 watt.
Om te weten hoeveel watt je effectief gebruikt met een bepaalde set up, volstaat deze formule:
effectief gebruik = (correcte versterker impedantie / speaker impedantie) x wattage versterker
Als je versterker bijvoorbeeld 800 watt geeft bij 2 ohm en je sluit hem aan op een speaker met 8 ohm impedantie, zal het effectieve gebruik (2 / 8) x 800 = 200 watt zijn en dus ver onder het vermogen van je versterker liggen.
Indien men het effectief gebruik deelt door het ‘ideale’ gebruik krijgt men een percentage dat aanduidt hoe efficiënt de amp gebruikt wordt. Zowel het ‘onder-‘ als ‘overvoeden’ van cabinets is slecht voor speakers. Er kan al lichte schade ontstaan wanneer het efficiëntiepercentage buiten de grenzen van vijftig tot honderdvijftien procent valt. Aan de andere kant zijn speakers en dus cabinets meestal gerateerd aan de hand van hun Root Main Square (RMS), de gemiddelde waarde tijdens langdurig gebruik, die dus een stuk onder het piekvermogen ligt. Als een cabinet bijvoorbeeld een vermogen van 150 watt heeft, dan kan hij waarschijnlijk toch een amp van 200 watt aan omdat het piekvermogen zo’n dertig à veertig procent hoger ligt (rond de 195 à 210 watt). Een show van drie uur spelen op deze combinatie is natuurlijk ook weer niet echt veilig...
Overigens is ook het wattage van je speakers van belang voor het totale uitgestraalde vermogen. Indien de speakers in een bepaald cabinet allemaal een even groot vermogen hebben, is hun totaal vermogen gelijk aan het vermogen van één speaker x het aantal speakers, bijvoorbeeld 50 watt x 4 speakers = 200 watt totaal vermogen. Bij verschillende waarden krijgen alle speakers hetzelfde vermogen van de versterker waardoor de laagste waarden worden gebruikt voor de berekening. Een cabinet met bijvoorbeeld 2 50 watt en 2 25 watt speakers heeft een totaal vermogen van 25 x 4 = 100 watt.
twee of meer speakers
serie
Vanaf het aansluiten van twee of meer speakers zijn er twee mogelijkheden: parallel (elke speaker heeft een eigen uitgangssignaal van de versterker) of in serie (de speakers worden naar elkaar doorgelinkt). Parallel betekent dat elke minpool van elke speaker naar de min van de versterker gaat en dat elke pluspool van elke speaker naar de plus van de versterker gaat. Serie betekent dat de min van de versterker verbonden is aan de plus van de eerste speaker, dat de min van de eerste speaker verbonden is aan de plus van de twee speaker enzovoort tot de min van de laatste speaker terug verbonden is met de plus van de versterker.
Overigens zal een ‘omgekeerd’ aangesloten speaker de versterker niet beschadigen. Wel zal hij naar voor gaan als de rest naar achter gaat en omgekeerd, waardoor bepaalde frequenties opgeheven worden. Toch niet zo’n goed idee dus...
Indien speakers in serie worden aangesloten op een versterker, volstaat het hun afzonderlijke impedanties op te tellen om de totale impedantie te kennen. Sluit je bijvoorbeeld twee speakers van 8 ohm aan op onze versterker van 800 watt bij 2 ohm, dan krijg je een effectief wattage van (2 / 16) x 800 = 100 watt.
Wie deze formule ingevuld ziet, begrijpt waarom serieverbindingen quasi nooit worden toegepast bij versterker - speaker verbindingen: de impedantie wordt zo groot dat er te weinig effectief vermogen overblijft. Speakercables zijn standaard parallel, daarom maak je, als je een kabel trekt van je versterker naar het ene cabinet en van datzelfde cabinet naar een tweede cabinet, nog altijd een parallele verbinding.
Overigens zal een ‘omgekeerd’ aangesloten speaker de versterker niet beschadigen. Wel zal hij naar voor gaan als de rest naar achter gaat en omgekeerd, waardoor bepaalde frequenties opgeheven worden. Toch niet zo’n goed idee dus...
Indien speakers in serie worden aangesloten op een versterker, volstaat het hun afzonderlijke impedanties op te tellen om de totale impedantie te kennen. Sluit je bijvoorbeeld twee speakers van 8 ohm aan op onze versterker van 800 watt bij 2 ohm, dan krijg je een effectief wattage van (2 / 16) x 800 = 100 watt.
Wie deze formule ingevuld ziet, begrijpt waarom serieverbindingen quasi nooit worden toegepast bij versterker - speaker verbindingen: de impedantie wordt zo groot dat er te weinig effectief vermogen overblijft. Speakercables zijn standaard parallel, daarom maak je, als je een kabel trekt van je versterker naar het ene cabinet en van datzelfde cabinet naar een tweede cabinet, nog altijd een parallele verbinding.
parallel met gelijke impedantie
Speakers worden meestal parallel aangesloten op versterkers en daar beginnen alle problemen. Impedantie is namelijk een vreemd beestje. Als we verder gaan met ons voorbeeld en nu niet twee 8 ohm speakers in serie maar wel parallel op onze amp aansluiten, wordt de totale impedantie niet 8 ohm x 2 speakers = 16 ohm zoals je misschien zou verwachten. De juiste formule, die natuurlijk alleen geldt als de impedanties van de cabinets allemaal gelijk zijn, is
totale impedantie = impedantie van één speaker / totaal aantal speakers
wat in ons voorbeeld 8 / 2 = 4 ohm wordt. Als we nu die twee speakers parallel aan onze amp van 800 watt bij 2 ohm hangen, krijgen we een output van (2 / 4) x 800 = 400 watt. Als we met andere woorden op onze amp een extra speaker in parallel aansluiten, verdubbelt het effectieve wattage. Sluiten we daarentegen een extra speaker in serie aan, dan halveert het effectieve wattage. Om onze 100% vermogen van 800 watt te krijgen moeten we dus vier speakers met een impedantie van acht ohm in parallel aansluiten (want 8 / 4 = 2 ohm, de impedantie die de versterker het liefst heeft).
Wat gebeurt er nu als we nog een vijfde speaker van 8 ohm aan de versterker zouden hangen? De totale speaker-impedantie wordt dan 8 / 5 = 1,6 ohm, het effectieve gebruik (2 / 1,6) x 800 = 1000 watt. Met andere woorden, de totale impedantie is gedaald en we lopen het risico onze amp te overbelasten en uiteindelijk in de fik te steken... Denk er dus aan nooit, NOOIT een speaker of speakercombinatie aan je versterker aan te sluiten met een totale impedantie die LAGER is dan diegene waarvoor je versterker voorzien is. Met andere woorden, de impedantie aangegeven op je amp moet altijd liefst GELIJK en anders zeker HOGER zijn dan die van je speaker cabinet(s).
totale impedantie = impedantie van één speaker / totaal aantal speakers
wat in ons voorbeeld 8 / 2 = 4 ohm wordt. Als we nu die twee speakers parallel aan onze amp van 800 watt bij 2 ohm hangen, krijgen we een output van (2 / 4) x 800 = 400 watt. Als we met andere woorden op onze amp een extra speaker in parallel aansluiten, verdubbelt het effectieve wattage. Sluiten we daarentegen een extra speaker in serie aan, dan halveert het effectieve wattage. Om onze 100% vermogen van 800 watt te krijgen moeten we dus vier speakers met een impedantie van acht ohm in parallel aansluiten (want 8 / 4 = 2 ohm, de impedantie die de versterker het liefst heeft).
Wat gebeurt er nu als we nog een vijfde speaker van 8 ohm aan de versterker zouden hangen? De totale speaker-impedantie wordt dan 8 / 5 = 1,6 ohm, het effectieve gebruik (2 / 1,6) x 800 = 1000 watt. Met andere woorden, de totale impedantie is gedaald en we lopen het risico onze amp te overbelasten en uiteindelijk in de fik te steken... Denk er dus aan nooit, NOOIT een speaker of speakercombinatie aan je versterker aan te sluiten met een totale impedantie die LAGER is dan diegene waarvoor je versterker voorzien is. Met andere woorden, de impedantie aangegeven op je amp moet altijd liefst GELIJK en anders zeker HOGER zijn dan die van je speaker cabinet(s).
parallel met verschillende impedanties
Wat nu als ik een cabinet van 8 ohm en een cabinet van 4 ohm op diezelfde versterker van 800 watt bij 2 ohm wil aansluiten? In serie zou dit geen probleem vormen: 8 + 4 = 12 ohm totale speakerimpedantie, wat een effectieve output van een magere (2 / 12) x 800 = 133,33 watt oplevert. De formule voor de totale speakerimpedantie voor dezelfde configuratie in parallel ziet er als volgt uit:
(impedantie speaker 1 x impedantie speaker 2) / (impedantie speaker 1 + impedantie speaker 2)
In ons voorbeeld betekent dit (8 x 4) / (8 + 4) = 32 / 12 = 2,67 ohm. Aangezien de totale speakerimpedantie altijd LAGER moet zijn dan die van de versterker, is het dus geen goed idee deze speakers in parallel aan te sluiten op je versterker.
Wie een beetje wiskundig inzicht heeft, kan ook dit trucje toepassen. Twee speakers van 4 ohm in parallel hebben een totale impedantie van 4Ω / 2 = 2 ohm. Twee speakers van 8 ohm in parallel hebben een totale impedantie van 8Ω / 2 = 4 ohm. We kunnen dus een speaker van Y ohm beschouwen als twee speakers van 2Y ohm. Met andere woorden, een eenvoudigere rekenmanier bestaat er uit het cabinet van 4 ohm te beschouwen als twee cabinets van 8 ohm. In dat geval kunnen we onze vorige formule toepassen: impedantie één cabinet / aantal cabinets = 8 ohm / 3 cabinets = 2,67 ohm.
Heb je meer dan twee speakers met telkens verschillende impedanties, dan wordt de formule
één gedeeld door de som van de omgekeerden van de impedanties
Heb je bijvoorbeeld een speaker van 4, 8 en 16 ohm, dan is de totale impedantie 1/(1/4 + 1/8 + 1/16) = 1/(0,25 + 0,125 + 0, 0625) = 1/0,4375 = 2,29 ohm.
De tabel hieronder laat zien wat de totale impedanties zijn van de meest voorkomende speakercombinaties en hoe zij het effectief vermogen van een 100W versterker beïnvloeden.
(impedantie speaker 1 x impedantie speaker 2) / (impedantie speaker 1 + impedantie speaker 2)
In ons voorbeeld betekent dit (8 x 4) / (8 + 4) = 32 / 12 = 2,67 ohm. Aangezien de totale speakerimpedantie altijd LAGER moet zijn dan die van de versterker, is het dus geen goed idee deze speakers in parallel aan te sluiten op je versterker.
Wie een beetje wiskundig inzicht heeft, kan ook dit trucje toepassen. Twee speakers van 4 ohm in parallel hebben een totale impedantie van 4Ω / 2 = 2 ohm. Twee speakers van 8 ohm in parallel hebben een totale impedantie van 8Ω / 2 = 4 ohm. We kunnen dus een speaker van Y ohm beschouwen als twee speakers van 2Y ohm. Met andere woorden, een eenvoudigere rekenmanier bestaat er uit het cabinet van 4 ohm te beschouwen als twee cabinets van 8 ohm. In dat geval kunnen we onze vorige formule toepassen: impedantie één cabinet / aantal cabinets = 8 ohm / 3 cabinets = 2,67 ohm.
Heb je meer dan twee speakers met telkens verschillende impedanties, dan wordt de formule
één gedeeld door de som van de omgekeerden van de impedanties
Heb je bijvoorbeeld een speaker van 4, 8 en 16 ohm, dan is de totale impedantie 1/(1/4 + 1/8 + 1/16) = 1/(0,25 + 0,125 + 0, 0625) = 1/0,4375 = 2,29 ohm.
De tabel hieronder laat zien wat de totale impedanties zijn van de meest voorkomende speakercombinaties en hoe zij het effectief vermogen van een 100W versterker beïnvloeden.
wet van Ohm
Wie denkt dat de les elektriciteit gedaan is, zit behoorlijk mis. De slimme lezer zal immers begrijpen dat er een onmiddellijk verband bestaat tussen stroom (gemeten in Ampères), druk (Volt) en impedantie (Ohm). De formule die dit verband vastlegt werd lang geleden via volgende logische redenering opgesteld door ene George Simon Ohm.
Het is de druk die de stroom doet bewegen, met andere woorden als de druk tien procent stijgt of daalt moet ook de stroom tien procent stijgen of dalen, aangenomen dat de weerstand ongewijzigd blijft. De stroom en de druk zijn dus lineair evenredig. Aan de andere kant zal de stroom groeien als de weerstand (of impedantie) op diezelfde stroom daalt en verminderen als de impedantie stijgt. De stroom en de impedantie zijn dus lineair omgekeerd evenredig. Deze twee afzonderlijke formules (stroom = druk en stroom = 1/impedantie) geven ons de in de elektriciteit levensbelangrijke wet van Ohm:
Het is de druk die de stroom doet bewegen, met andere woorden als de druk tien procent stijgt of daalt moet ook de stroom tien procent stijgen of dalen, aangenomen dat de weerstand ongewijzigd blijft. De stroom en de druk zijn dus lineair evenredig. Aan de andere kant zal de stroom groeien als de weerstand (of impedantie) op diezelfde stroom daalt en verminderen als de impedantie stijgt. De stroom en de impedantie zijn dus lineair omgekeerd evenredig. Deze twee afzonderlijke formules (stroom = druk en stroom = 1/impedantie) geven ons de in de elektriciteit levensbelangrijke wet van Ohm:
STROOM = DRUK / IMPEDANTIE
AMPERE = VOLT / OHM
AMPERE = VOLT / OHM
parallel met gelijke impedantie
Indien we bijvoorbeeld een versterker 10V laten leveren aan een speaker van 8 ohm, dan zal de stroom door die speaker 10 / 8 = 1,25A zijn. Wanneer we twee speakers parallel aansluiten op dezelfde versterkers, krijgen ze alle twee ongeveer 10V binnen. Dit betekent dan weer dat elke speaker 1,25A nodig heeft of dat de versterker 2,5A moet voorzien. Bij drie speakers wordt dat al 3,75A en bij vier 5A. Natuurlijk komt er een punt waarop de speakers meer stroom gaan vragen dan de amp kan leveren waarop die laatste overbelast wordt.
Om verder te redeneren, draaien we even de wet van Ohm om, waardoor we dit krijgen: impedantie = druk / stroom of ohm = volt / ampère. Zo kregen we bij één speaker een impedantie van 10V / 1,25A = 8Ω. Bij twee speakers wordt 10V / 2,5A = 4Ω, bij drie 10V / 3,75A = 2,67Ω en bij vier 10V / 5A = 2Ω. Naarmate het aantal speakers stijgt, moet de 10V bron meer stroom leveren en dient de impedantie dus te dalen. Met andere woorden: hoe meer speakers, hoe lager de impedantie. Met dit voorbeeld kan ook onze formule voor de totale speakerimpedantie (impedantie één speaker / aantal speakers) bevestigd worden: 8Ω = 8/1, 4Ω = 8/2, 2,67Ω = 8/3 en 2Ω = 8/4.
Om verder te redeneren, draaien we even de wet van Ohm om, waardoor we dit krijgen: impedantie = druk / stroom of ohm = volt / ampère. Zo kregen we bij één speaker een impedantie van 10V / 1,25A = 8Ω. Bij twee speakers wordt 10V / 2,5A = 4Ω, bij drie 10V / 3,75A = 2,67Ω en bij vier 10V / 5A = 2Ω. Naarmate het aantal speakers stijgt, moet de 10V bron meer stroom leveren en dient de impedantie dus te dalen. Met andere woorden: hoe meer speakers, hoe lager de impedantie. Met dit voorbeeld kan ook onze formule voor de totale speakerimpedantie (impedantie één speaker / aantal speakers) bevestigd worden: 8Ω = 8/1, 4Ω = 8/2, 2,67Ω = 8/3 en 2Ω = 8/4.
parallel met verschillende impedantie
Wat nu als we speakers hebben met verschillende impedanties? Om op dezelfde manier te blijven rekenen, nemen we gemakkelijk-heidshalve een bron van 16V. Een cabinet van 4 ohm zou 16V / 4Ω = 4A nodig hebben, een cabinet van 8 ohm 16V / 8Ω = 2A wat een totaal maakt van 6A of een totale impedantie van 16V / 6A = 2,67A. Een cabinet van 4 ohm, 8 ohm en 16 ohm zou een totaal opleveren van 16V / (4Ω + 2Ω + 1Ω) = 16V / 7A = 2,29Ω. Merk hierbij op dat de totale impedantie altijd lager is dan de impedantie van de speaker met de laagste impedantie.
serie & parallel
Ook een combinatie van serie en parallel is mogelijk, bijvoorbeeld bij luidsprekerkasten met vier speakers. In dat geval zijn er twee vaak voorkomende bedradingsschema’s. We veronderstellen hierbij dat elke speaker een weerstand heeft van 8 ohm. In het eerste schema zijn speaker A en B enerzijds en C en D anderzijds parallel gesoldeerd, waarna AB en CD in serie zijn gezet. Dit geeft een totale ohmage van 8/2 + 8/2 = 8 ohm. In het tweede schema is het omgekeerde gebeurd: A en B enerzijds en C en D anderzijds in serie en daarna de twee parallel. Het bereikte ohmage is eveneens 16/2 = 8 ohm.
© Wouter Adriaensen, 2010