Een kleine stap voor een beagle...
Op 18 mei 1969 wordt vanaf Cape Canaveral in Florida Apollo 10 gelanceerd, de generale
repetitie voor de eerste maanlanding. Voor het eerst zullen alle stappen van
het ambitieuze plan uitgetest worden in een baan rond de maan. Het Apollo ruimtetuig wordt gevormd door twee grote delen. De drie astronauten vertrekken aan boord van de
Command & Service Module (CSM), die bestaat uit het kegelvormige bemande deel (de CM) en het cilindervormig onbemand deel met de raketmotor (de SM). Na
de lancering koppelen ze de CM aan de Lunar Module (LM), die is opgebouwd uit
de bemande stijgtrap, inclusief raketmotor, en de onbemande daaltrap,
voorzien van vier landingspoten.
Eens in een baan rond de maan, gaan de vluchtcommandant, in het geval van Apollo 10 Thomas Stafford, en de piloot van de LM, Eugene Cernan, aan boord van de maanlander. De piloot van de CM, John Young, blijft achter in de commandomodule. Nadat de twee modules losgekoppeld zijn, vliegen Stafford en Cernan op hun laagste punt op amper 14,5 kilometer van het maanoppervlak. Na twee uur laten ze de poten crashen op de maan en koppelen de stijgtrap terug aan de CSM. Daarna wordt de stijgtrap in een baan rond de zon gestuurd omdat hij geen nut meer heeft en niet gemaakt is voor een terugkeer naar de aarde. De drie astronauten landen op 26 mei 1969 aan boord van de CM in de Stille Oceaan.
Na deze geslaagde voorbereiding volgt op 21 juli 1969 tijdens Apollo 11 de eerste stap van een mens op de maan. Maar nog voor Apollo 10 en 11 had er al een beagle op het oppervlak van onze satelliet gewandeld - en wat belangrijker was, is dat deze “world-famous astronaut” dat deed nog voor “that stupid cat who lives next door!” In maart 1969 tekent Charles M. Schulz een week lang de avonturen van Snoopy, het hondje van de rondhoofdige Charlie Brown uit de wereldberoemde stripreeks Peanuts, op de maan.
Twee maand later vliegen Snoopy en zijn baasje ook echt naar de maan. Al tijdens de voorbereidingen op de vlucht beginnen Stafford en Cernan Young al lachend Charlie Brown te noemen. Cernan: “I probably had more to do with naming the Apollo 10 spacecraft than anybody, because I started it during a simulation. We didn’t like the call signs Gumdrop and Spider that they used on Apollo 9. So I told Tom Stafford ‘Let’s start calling John Young Charlie Brown’. And it was fun, because it wasn’t just in simulators. We called him Charlie Brown in the office. And, if we were going to call him Charlie Brown, then our call sign had to be Snoopy.”
Stafford voegde daar later knipogend aan toe: “We’re going to the moon to find out all these facts and kind of snoop around.” Charles Schulz is vereerd wanneer de NASA toestemming vraagt om de roepnamen te gebruiken. Wanneer Apollo 10 vertrekt, noemt de tekenaar dat “the most unusual thing that ever happened with my characters.”
Misschien verwijzen Stafford en Cernan met Youngs bijnaam ook wel naar de communicatiekapjes met ingebouwde microfoon en koptelefoon die ze dragen onder hun helmen, zoals hieronder in de simulator van de maanlander. De astronauten noemen die ‘snoopy caps’, aangezien het witte kappen met zwarte oorflappen waren (hoewel sommige ook helemaal bruin waren).
Dankzij de naamgeving wordt ook het prestige van de Silver Snoopy onderscheiding nog wat opgekrikt. Op 27 januari 1968 verloren astronauten Virgil Grissom, Edward White en Roger Chaffee het leven door een brand tijdens een test op de begane grond voor de eerste Apollomissie. NASA, het Amerikaanse ruimtevaartagentschap, zoekt een manier om de duizenden mensen die levensbelangrijke onderdelen leveren voor het project maar zelden rechtstreeks betrokken zijn, te wijzen op het belang van veiligheid. Ook zij moeten het gevoel krijgen deel uit te maken van het Apolloproject.
Al Chop, dan verantwoordelijk bij het Manned Spacecraft Center in Houston voor de public affairs, moet onmiddellijk denken aan zijn favoriete strip, waarin een kleine beagle uren doorbrengt op zijn hok, verwikkeld in imaginaire gevechten met de legendarische Rode Baron: “Snoopy was a flier. No reason he couldn’t become an astronaut, too.” Zo ontstaat het idee van de Silver Snoopy onderscheiding, een pin met een afbeelding van de beroemde hond, die uitgereikt wordt aan werknemers die een beloning verdienen voor hun excellente werk.
Hoewel het syndikaat van Schulz er eerst weigerachtig tegenover staat, gaan er snel een paar deuren open wanneer Chop laat vallen dat Snoopy wel eens tot op de maan zou kunnen geraken als hij toestemming krijgt om de beeltenis van het stripfiguurtje te gebruiken. De tekenaar maakt uiteindelijk niet alleen een tekening voor een pin, met ‘astrobeagle’ Snoopy ronddartelend in een ruimtepak, maar ook voor posters om de campagne te promoten. Daarvan worden er zo’n twintigduizend verspreid.
Voor de uitreiking van de pinnen worden ze meegenomen tijdens een ruimtevlucht (dat gebeurde voor het eerst in oktober 1968 tijdens Apollo 7, de eerste bemande missie na het ongeluk met Apollo 1). Daarna worden ze door een astronaut overhandigd aan een werknemer als dank voor diens hulp bij het slagen van de missie. Jaarlijks krijgt minder dan één procent van de mensen die voor NASA werken een Silver Snoopy award, waardoor het een van de meest begeerde lucht- en ruimtevaartonderscheidingen is.
Jaren later werd de originele schets voor de onderscheiding tentoongesteld tijdens To the moon: Snoopy soars with NASA, een rondreizende expo van het Charles M. Schulz Museum. Curator Jane O’Cain: “It is fascinating because it was Schulz’s first attempt at drawing Snoopy as an astronaut. You can actually see the pencil under-drawing as he grappled with where would Snoopy’s arms be if he was carrying the suitcase and how would he draw the actual suit.”
Overigens maakte Schulz gebruik van een echt ruimtepak bij het schetsen van de astrobeagle. Dat was hem uitgeleend door de mede-eigenaar van de fabriek die de zilveren pinnen zou gaan maken: “Don Fraser actually brought out his flight suit to Schulz’s office in Santa Rosa so that Schulz could kind of get an idea about how to go about drawing Snoopy as an astronaut”, aldus O’Cain. “I am kind of hoping that people will appreciate the kind of stretch that Schulz went to capture Snoopy in that way.”
Dan is er nog de beroemde foto waarop de astronauten van Apollo 10 worden uitgewuifd door Jamye Flowers, toen tijdelijk aan de slag als secretaresse in het Astronaut Office. Aangezien Stafford, Cernan en Young Snoopy naar de maan gingen brengen, wachtte Flowers hen voor het vertrek op met een gigantische knuffel in de vorm van de beagle. Het is Eugene Cernan die nog een vriendelijke aai geeft aan het beest vlak voor het vertrek richting lanceerplatform. Flowers nam een korte clip op voor de tentoonstelling met het verhaal achter de foto: “When that photograph was taken launch morning in May 1969, I never imagined that forty years later I would be lucky enough to be included in such an outstanding exhibit.”
Niet alleen namen Snoopy en Charlie Brown de astronauten van Apollo 10 mee naar de maan, ook het omgekeerde is waar. Apollo 10 was de eerste missie waarbij de astronauten gebruik konden maken van een kleurencamera voor hun live televisie-uitzendingen vanuit de ruimte. Om die te calibreren, gebruiken ze tekeningen van Charlie Brown in een ruimte-overall en Snoopy met zijn vliegenierssjaal. “Renderings of Snoopy and Charlie Brown were taken on board Apollo 10 and we actually have the Snoopy that was on the flight that you can see on the video where John Young is holding Snoopy and Charlie Brown for the camera”, aldus O’Cain. ‘We’re thrilled to have the Snoopy painting in the exhibit but it wasn’t done by Schulz, it was done by an unknown graphic artist at NASA.”
Wel van de hand van Schulz waren de tekeningen in de checklists van Apollo 10, die hij had gemaakt op vraag van Edgar Mitchell, die deel uit maakte van de reservecrew en later zelf op de maan wandelde tijdens Apollo 14. Ook Ernie Reyes, chef van de afdeling Pre-Flight Operations, waagde een poging tot het tekenen van Snoopy. Zijn schetsen, bedoeld om de dagplanningen van de astronauten wat op te vrolijken, belandden tijdens Apollo 12 zelfs op de maan.
Na zo’n vruchtbare samenwerking was het niet meer dan logisch dat de bemanning van Apollo 17, tot op heden de laatste bemande maanvlucht, onder impuls van commandant Eugene Cernan een maankrater Snoopy doopte, vlak bij hun landingsplaats in de Taurus-Littrow Vallei in het zuidoosten van de Mare Serenitatis. Overigens draait Snoopy, de maanlander van Apollo 10, nog steeds in een baan rond de zon. Het is daarmee het enige Amerikaanse ruimtetuig dat ooit bemand was en nog steeds boven onze hoofden zweeft. Een passend eerbetoon aan de enige echte astrobeagle.
Bronnen
Ruimtevluchtspecialiste Amy Shira Teitel schreef over de verbanden tussen Snoopy en de Apollomissies in dit artikel op haar website.
Naar aanleiding van het pensioen van Charles Schulz in januari 2000 sprak Thom Marshall met Al Chop voor de Houston Chronicle. Het interview staat ook op de website van collectSPACE.
Meer info over de tentoonstelling To the moon: Snoopy soars with NASA vind je op de website van het Charles M. Schulz Museum.
Ruimtevluchtspecialiste Amy Shira Teitel schreef over de verbanden tussen Snoopy en de Apollomissies in dit artikel op haar website.
Naar aanleiding van het pensioen van Charles Schulz in januari 2000 sprak Thom Marshall met Al Chop voor de Houston Chronicle. Het interview staat ook op de website van collectSPACE.
Meer info over de tentoonstelling To the moon: Snoopy soars with NASA vind je op de website van het Charles M. Schulz Museum.