pedalboards
Gitaristen die maar twee pedalen gebruiken, vinden het misschien het handigst om een extra patchkabel en wat adaptors of batterijen mee te nemen voor een repetitie of een optreden en hun effecten gewoon voor zich op de grond uit te stellen. Maar wanneer het aantal pedalen stijgt, wordt al gauw duidelijk dat een pedalboard veel handiger is, doordat zowel op kosten (het risico dat een pedaal sneuvelt, daalt gevoelig) als op tijd (de tijd nodig om op te stellen, wordt danig gereduceerd) wordt bespaard.
Een pedalboard is een platte plank waarop de pedalen en eventueel een voeding, een patch bay en/of een wireless receiver bevestigd zijn met behulp van Velcro (hoewel sommige mensen ook de ‘achtjes’ uit fietskettingen gebruiken om de bakjes vast te schroeven). Vaak zitten pedalen die steeds aan staan (bijvoorbeeld een compressor of buffer) en de voeding onder een verhoging, waarop een tweede rij pedalen staan.
Het voordeel van een pedalboard is dat de pedalen niet steeds uit elkaar gehaald hoeven te worden voor elk transport maar nog wel veranderd kunnen worden indien de gitarist dit wilt. Bovendien past het meestal in of maakt het zelfs deel uit van een makkelijk transporteerbare kist of tas.
Pedalboards komen in alle verschillende maten en vormen voor: van thuisgefabriceerde modellen gemaakt van een simpele houten plank over massa-geproduceerde merken zoals het bekende en uitgebreide Pedaltrain assortiment tot voor betalende klanten ‘custom made’ pedalboard flightcases van Pete Cornish en Paul Lenders.
stroom
De meeste effectpedalen hebben gelijkstroom (DC) nodig, dat aangeduid wordt met een rechte lijn, eventueel met een stippellijn eronder. Pedalen die op wisselstroom (AC) draaien, aangeduid met een golfje, hebben een eigen adapter nodig. Voorbeelden hiervan zijn enkele Digitech pedalen: de RP en XP reeksen en de Whammy. De twee stroomtypes verwisselen is geen goed idee: een AC adapter kan een DC pedaal om zeep helpen en een goede manier om je DC adapter op te fikken, is er een AC pedaal aanhangen.
De spanning van de geleverde stroom varieert meestal tussen de negen en de veertig volt, hoewel 9V het meest voorkomt. Ook de gekende rechthoekige batterijen met twee aansluitingen op de bovenkant leveren trouwens 9V DC. Daarnaast is voor de aansluiting van een adapter de polariteit belangrijk. Deze kan center positive of center negative (in de meeste gevallen) zijn. Zowel voltage als polariteit staan meestal op de pedaal zelf aangegeven, in de buurt van de aansluiting voor de adapter of op het label op de achterzijde.
De spanning van de geleverde stroom varieert meestal tussen de negen en de veertig volt, hoewel 9V het meest voorkomt. Ook de gekende rechthoekige batterijen met twee aansluitingen op de bovenkant leveren trouwens 9V DC. Daarnaast is voor de aansluiting van een adapter de polariteit belangrijk. Deze kan center positive of center negative (in de meeste gevallen) zijn. Zowel voltage als polariteit staan meestal op de pedaal zelf aangegeven, in de buurt van de aansluiting voor de adapter of op het label op de achterzijde.
Naast spanning trekken effecten ook een elektrische stroom, meestal maximum zo’n honderd milli Ampère (vooral delays trekken nogal wat mA). Op internet staan een aantal erg handige lijsten met de ‘current draw’ van een heleboel pedalen, zoals bijvoorbeeld op http://stinkfoot.se/power-list. Overigens is het niet omdat Boss je aanraadt een adapter van 500 mA te gebruiken dat je DS-1 ook effectief een halve Ampère nodig heeft. Op een adapter staat steeds aangegeven hoeveel mA hij kan leveren. Het is een goed idee om hier met het totaal aantal mA dat de pedalen die je erop aansluit tien procent onder te blijven. O ja, zoals de meeste elektrische toestellen trekken pedalen stroom zodra ze ingeplugd zijn, dus niet alleen wanneer ze aanstaan.
Er zijn verschillende manieren om pedalen van stroom te voorzien. Batterijen hebben de slechte neiging om te stoppen met werken in het midden van een nummer en kosten handenvol geld op de lange termijn. Op een pedalboard met vier of meer pedalen is een aparte adapter per pedaal ook niet praktisch - tenzij je plaats genoeg hebt om een extra stekkerdoos op je board te monteren. Daarom introduceerde Visual Sound de One Spot, een adapter die maar één plek inneemt op een stekkerdoos en toch 1700 mA levert, waardoor hij (met behulp van een multikabeltje met rechthoekige pluggen) gemakkelijk acht pedalen van stroom kan voorzien.
Ook over die multikabeltjes (daisy chains in proper Engels) valt het een en ander te vertellen. Je hebt twee soorten: met één female plug (waarop bijvoorbeeld de One Spot aangesloten kan worden) en verder allemaal male plugs (voor de pedalen) of met allemaal male plugs, eentje voor de aansluiting op bijvoorbeeld een Boss TU2, LS2 of NS2 en de rest voor de pedalen. Alleen de eerste kan je voor beide gebruiken. Ook moet je opletten met niet gebruikte plugs, die kan je best afplakken zodat ze geen metaal kunnen aanraken en zo kortsluiting veroorzaken.
Het nadeel van dit systeem is dat de stroom voor alle pedalen met elkaar verbonden is. Dit verhoogt het risico op grondlussen en dus op brom aanzienlijk. Voodoo Lab kwam met een oplossing in de vorm van de Pedal Power 2+, een voeding met acht geïsoleerde 9 of 12 volt uitgangen. Uiteraard kan je ook aan één van die uitgangen een daisy chain hangen om meer dan acht pedalen van stroom te voorzien. De PP2+ is ondertussen de standaard geworden. Let vooral op met producten zoals de T Rex Fuel Tank en de Harley Benton Power Plant, die veel goedkoper zijn maar geen geïsoleerde outputs hebben - vooral die laatste is eerder een One Spots in een doosje.
Troubleshooting bij stroomproblemen kan vaak erg lastig en zelfs gevaarlijk zijn. Wanneer een pedaal stopt met werken wanneer je de stroom aanzet, of wanneer de LED wel gaat branden maar je alleen brom of ruis hoort, trek je best onmiddellijk de plug uit. Signaalvervuiling kan optreden wanneer je vervorming en modulatie aan dezelfde daisy chain hangt. Kijk of je klank verbetert wanneer je je dirt op batterijen laat draaien - die overigens zuiverdere stroom leveren dan stroombronnen, wat handig kan zijn wanneer je je bijgeluiden tot een minimum moet proberen te beperken (bijvoorbeeld in de studio). Overigens trekt dirt zo weinig stroom dat de batterijen gemakkelijk een week meegaan, zolang je maar de batterij afkoppelt wanneer je ze niet meer gebruikt, door je inputjack uit te trekken of door de stroomplug terug in te steken. Een andere mogelijke oorzaak van signaalvervuiling is een gezamenlijke adapter voor de effecten voor de amp en in de effect loop. Dit is gelukkig makkelijk te constateren (trek de stroom van één van beide uit) en te verhelpen (een aparte adapter en/of multikabel voor beide).
patchbay
Een laatste handige toevoeging aan een pedalboard kan een patchbay zijn. Wanneer de gitaarkabel rechtstreeks op het eerste effect aangesloten zit, riskeer je de input van dat effect compleet te vernielen wanneer je op de verkeerde plek op de kabel gaat staan. Een patch bay kan dit probleem oplossen. De ideale patch bay bestaat volgens mij uit twee rijen van zes jack inputs elk: tweemaal 'guitar in' (om van gitaar te wisselen zonder kabels te moeten versteken), tweemaal 'amp out' (voor een stereo set up), een 'fx loop out/send' en een 'fx loop in/return'. Met een patch kabel van 'amp out' naar 'fx loop in' kan je alle pedalen in één grote keten zetten.
© Wouter Adriaensen, 2010