Nevelhaaien en poltergeists
Nederland leert tekenaar Peter van Straaten begin jaren zestig kennen als politiek cartoonist voor dagblad Het Parool. In de rubriek Extra verschijnt in 1968 het eerste strookje van ‘Vader en Zoon’, een wekelijkse, later dagelijkse gagstrip over het generatiefconflict tussen een conservatieve vader en zijn progressieve zoon. De ondertekststrip was zo populair dat hij bijna twintig jaar lang verscheen. Daarnaast tekent en schrijft hij ook voor het weekblad Vrij Nederland, onder andere de langlopende column Agnes.
Yvan Delporte is een grote naam in de stripwereld. Van 1955 tot 1968 is hij hoofdredacteur van het weekblad Robbedoes, dat onder zijn bewind gouden jaren beleeft. Hij smeedt de beste Belgische tekenaars en scenaristen samen tot een vriendengroep die iconische reeksen zoals ‘Lucky Luke’, ‘Guust Flater’ en ‘De Smurfen’ maakt. Hij schrijft ook zelf verhalen voor onder meer Peyo, Roba en Will, een activiteit die hij verderzet na zijn afscheid van Robbedoes.
Yvan Delporte is een grote naam in de stripwereld. Van 1955 tot 1968 is hij hoofdredacteur van het weekblad Robbedoes, dat onder zijn bewind gouden jaren beleeft. Hij smeedt de beste Belgische tekenaars en scenaristen samen tot een vriendengroep die iconische reeksen zoals ‘Lucky Luke’, ‘Guust Flater’ en ‘De Smurfen’ maakt. Hij schrijft ook zelf verhalen voor onder meer Peyo, Roba en Will, een activiteit die hij verderzet na zijn afscheid van Robbedoes.
Het eerste wapenfeit van Delporte voor het Nederlandse stripweekblad Pep is ‘De boogschutter’, een kortverhaal voor tekenaar Hans G. Kresse uit 1965 dat een duidelijke voorloper is van Kresse’s populaire serie Vidocq. Later schrijft Delporte de scenario’s voor de vier avonturen van Bandoneon, de held van de Zuid-Amerikaanse pampa’s, die getekend worden door Dino Attanasio en verschijnen tussen 1970 en 1973.
Ondertussen is Hetty Hagebreuk hoofdredacteur van Pep geworden. “Haar Pep moest een hip en modern blad worden dat was meegegroeid met de lezers uit de jaren zestig en net als de grote voorbeelden in Frankrijk en Italië de deur open zou zetten naar een groter en volwassener publiek”, aldus Pep-kenner Ger Apeldoorn. In die optiek past een mysterieuze detectivestrip in zwart-wit dan ook perfect.
De avonturen van ‘mysterioloog’ Llewelyn Fflint spelen zich af in het Londen van begin negentiende eeuw en lijken erg beïnvloed door de griezelverhalen van Edgar Allan Poe en de detectiveverhalen rond Sherlock Holmes. De leden van een exotische expeditie worden een voor een vermoord in de mistige straten van Londen door haaienbeten, bedelaars met het teken der verdoemden worden ontvoerd door mannen in het zwart en de poltergeist van Badham House toont zijn woede door potten, pannen en zelfs lantaarnpalen door de lucht te laten vliegen. Een vierde verhaal bleef ongepubliceerd in de la van Van Straaten liggen.
Het eerste verhaal van Llewelyn Fflint, ‘Het mysterie van de nevelhaaien’, valt op door het gebrek aan tekenkaders. De wilde arceringen vloeien van tekening naar tekening over in elkaar. “Yvan Delporte wilde per se dat ik de strip zou tekenen maar ik had nog nooit in kaders gewerkt”, vertelde van Straaten later. “Het eerste verhaal heb ik nog zonder getekend maar dat zag er niet uit. Toen dacht ik ‘Nou ja, ik zal er toch aan moeten geloven’. Daarna kreeg ik er toch aardigheid in. Ik heb er veel van geleerd. Bij het werken met kaders moet je veel meer op je compositie letten. Mijn tekeningen flodderden alle kanten op. Ze waren vrijstaand en ook de lijnvoering was nogal vrij. Binnen een kader ga je strakker werken. Die invloed is gebleven en ik heb ervan kunnen profiteren toen ik daarna voor Het Parool politieke prenten ging maken.”
Helemaal thuis in de stripkaders zou Van Straaten zich echter nooit voelen. “Ik heb er de grootste moeite mee gehad, dat striptekenen, want ik moest in kaders werken, wat ik helemaal niet gewend was. Ik ben niet gewend tegen een lijn aan te tekenen. Het is echt een apart vak, striptekenen, en een vak dat ik absoluut niet ambieer. Het is het ergste slavenwerk wat er is. Ik moet bovendien eerlijk zeggen dat ik de sfeer bij Pep vreselijk vond.”
Na drie verhalen van Llewelyn Fllint, in totaal 24 platen die in twaalf nummers van Pep gepubliceerd werden, eindigde de reeks al weer. Volgens van Straaten waren daar verschillende redenen voor. “De eerste verhalen van Llewellyn Flint vond ik wel leuk, maar op een gegeven moment werd ik echt gek van Yvan Delporte. Hij werd in zijn verhalen steeds technischer... Bovendien is de toenmalige hoofdredactrice van Pep, Hetty Hagebreuk, met veel onaangenaamheden weggegaan. Dat was het einde, ja.”
Llewelyn Fflint zou de enige strip met tekstballonnen en kaders zijn die Peter van Straaten tekende. Hij keerde wel terug naar de vorm van het eerste verhaal voor twee parodiërende politieke strips, ‘Bij ons in het dorp’ uit 1977 en ‘De janboel, een gezellige gangstergeschiedenis’ uit 1986.
Recent maakte Llewellyn Fflint een opvallende terugkeer in het nieuwe tijdschrift StripGlossy. Scenarist Ger Apeldoorn en tekenaar Fred de Heij (‘Pulpman’, ‘Claire Dewitt’, ‘Haas’) veranderden de mysterioloog in een bibliothecaris bij het British Museum, eerder een amateurwetenschapper dan iemand met een echte opleiding. Ze herwerkten ‘Het mysterie van de nevelhaaien’ en maakten daarna nieuwe verhalen. Onder de reeksnaam ‘Fflint’ verschenen hun eerste vier kortverhalen in een album bij Uitgeverij Personalia, dat ook de StripGlossy publiceert. Peter van Straatens commentaar na het aandachtig lezen van de nieuwe strip was typerend: “Weet je, ik kan me er niks meer van herinneren”.
BRONNEN
Op de Pep-site is een pagina gewijd aan Llewellyn Fllint.
De 24 platen werden in 1997 door stripinfoblad Stripschrift samen met een uitgebreid interview met Peter van Straaten gebundeld in een album dat abonnees gratis kregen naar aanleiding van het dertigjarige bestaan van het blad.
Stripgids besteedde aandacht van de terugkeer van Llewellyn Fflint in albumvorm.