Kiekeboe!
Maar het leukst zijn uiteraard de stripfiguren die zelf
meespelen in de reeks. In 1984 wordt Kiekeboe door de Antwerpse Snorrenclub
uitgeroepen tot Snor van het Jaar en verschijnt dan ook het album De snor van Kiekeboe, waarin Marcel de
helft van zijn lipbegroeiing kwijtspeelt. Op de laatste pagina komt alles toch
nog goed, ondanks “een protestbeweging van snorredragers uit concurrerende
stripmerken”.
De snor van Kiekeboe, krantenpublicatie/eerste druk, 1984
In de orginele versie stonden de Galliër Asterix (Uderzo en Goscinny), Kapitein Knevel uit Brammetje Bram (Ryssack), Clo-Clo Pheip uit Nero (Sleen), Professor Gobelijn uit Jommeke (Nys), Jansen en Janssen uit Kuifje (Hergé), Opa Snor uit De snorrende snor van Suske en Wiske (Vandersteen), Professor Kumulus uit Piet Pienter en Bert Bibber (Pom), de Graaf van Rommelgem uit Robbedoes en Kwabbernoot (Franquin), duivenmelker Ouwe Blauwe (Walthéry) en boer Janus uit Kramikske (Jean-Pol) op de stoep van de Kiekeboes.
De snor van Kiekeboe, herdruk
Wegens de stopzetting van vele van deze reeksen en omdat de meeste figuren enkel bekend zijn in Vlaanderen of België, werd dit plaatje voor latere uitgaves hertekend. De Vlaamse snorrendragers en Ouwe Blauwe werden afgevoerd en Asterix, Jansen en Janssen en de graaf van Rommelgem werden aangevuld met Asterix’ vriend Obelix en de gebroeders Dalton uit Lucky Luke (Morris).
Toen Album 26 door de lezers van de Stripspeciaalzaak verkozen werd tot beste Kiekeboeverhaal, vertelde Merho: “Ik wilde een album maken waarin gespeeld werd met de conventies van het medium stripverhaal. Ik vertelde het idee aan mijn broer en die raadde het me ten stelligste af: ‘Dit is gevaarlijk, je creëert een universum en dan gooi je het zelf aan diggelen’. Maar ik deed het toch. Toen ik er aan bezig was, kwam Karel Biddeloo toevallig binnen waaien. Ik toonde hem een aantal platen. Hij rolde letterlijk over de grond van het lachen.”
In de aankondigende strook vertelt Kiekeboe dat hij wat meer inspraak wil in zijn avonturen. Hij bedenkt ter plekke een aantal titels voor het album: De vinnige viking (Suske en Wiske), De scepter van Ottokar (Kuifje) en Het gele teken (Blake en Mortimer), die echter allemaal door Konstantinopel worden afgeserveerd wegens reeds in gebruik. Dus wordt het voorlopig maar Album 26…
Album 26, herdruk
Na een afgekeurd verhaalvoorstel van Kiekeboe zelf toont Fanny aan Merho hoe ze wil dat haar nieuw vriendje er uit gaat zien, uiteraard door een andere tekenaar ontworpen. Oorspronkelijk was dat Lodewijk Bakelandt, die later vervangen werd door de internationaal bekendere Tarzan. Die wordt in Afgelast wegens ziekte nog geïmiteerd door Van der Neffe op diens zoektocht naar zijn imago als nieuwe stripheld.
Beu om steeds zijn eigen stunts te moeten doen, eist Kiekeboe een stand-in, net zoals Kuifje, Asterix en Lucky Luke er één hebben. Merho neemt hem mee naar het opleidingscentrum voor stripfiguren, eerbiedwaardig het Hergé-instituut genoemd, waar ze op zoek gaan naar een stagiair. Ze worden er ontvangen door de secretaris aangezien de directeur, meneer Neels, op safari is - een verwijzing naar Marc Sleen, pseudoniem van Marc Neels, die in zijn eigen strips ook vaak op safari was wanneer Nero op bezoek kwam. Wanneer Kiekeboe en Konstantinopel zich door de mist een weg banen naar de schuilplaats van de Viking, komen Lucky Luke en Jolly Jumper voorbij gesjokt.
Album 26, 1984
Merho: “De briljante Engelse komiek en filmacteur Peter Sellers was overleden. Uit het weggeknipt materiaal van vorige afleveringen werd een postume Pink Panther-film gemaakt. Ik vond dit lijkenpikkerij, zoiets doe je niet. Maar ik dacht wel: stel dat je hetzelfde zou doen in een strip, een verhaal maken met weggeknipte scènes uit vorige albums... Waarom eigenlijk niet? Het idee leek me wel origineel. En zo ontstond de vijftigste Kiekeboe, in de stijl van Album 26.”
Het vijftigste album moest eigenlijk aanleiding geven tot een feestje maar Kiekeboe probeert het hele verhaal lang verborgen te houden dat zijn dokter hem ongeneeslijk ziek heeft verklaard. Om het verhaal gevuld te krijgen, breken Fanny, Konstantinopel en Balthazar in bij Merho, waar ze een hoop ongepubliceerde platen vinden. Uit Album 26 werd een scene gelaten waarin Kiekeboe en Konstantinopel naar Plagiaatland trekken om afgedankte decors te kopen. Cas Suxes, net afgestudeerd aan het Hergé-instituut, heeft daar net “een fantastisch koopje” gedaan: “Dit wordt toch niet meer gebruikt.” Het is dan inderdaad al acht jaar geleden dat Hergé, en met hem Kuifje en kasteel Molensloot, heen gegaan is.
In strook 51 passeren vader en zoon langs verschillende bekende decors, waaronder menhirs, een toverketel en Romeinse helmen uit Asterix, een “slechts éénmaal gebruikt” Smurfendorp, een cowboystadje uit Lucky Luke en de maanraket en een houten beeld uit Kuifje. Op de volgende halve bladzijde worden ze door de Viking bijna bedolven onder de cover van Het gele teken.
Bij de begrafenis van Kiekeboe zijn er niet alleen vrienden en oude bekenden maar ook de concurrentie aanwezig. Hun delegatie bestaat uit een treurende Lucky Luke (Morris), Asterix en Obelix (Uderzo en Goscinny), Kuifje en kapitein Haddock (Hergé) en Bollie en Billie (Roba). De “afvaardiging uit Amerika” wordt gevormd door zeeman Popeye (Segar), Donald Duck (Disney en Barks), Batman (Kane en Finger) en Charlie Brown en Snoopy (Schulz). Gelukkig blijkt het slechts een nare droom te zijn… Later schreef Merho in een blog waarom de figuren van Schulz er bij moesten.