Kiekeboe!
De Kiekeboes is de populairste en best verkochte Vlaamse
stripreeks van het moment. Tekenaar Merho, pseudoniem van Robert Merhottein,
leerde de stiel in de studio van Willy Vandersteen maar was zo slim om zijn
eigen familiestrip mee te laten evolueren met zijn tijd en bovendien te
doorspekken met dubbele bodems, waardoor de albums genietbaar zijn voor het
hele gezin. Bij die dubbele bodems horen zeker de talloze woordgrapjes (met
name met namen van personages) en knipogen naar een kunsttak of de populaire cultuur.
En daarbij horen uiteraard ook strips...
De anonieme smulpapen, 1983
Zo verwijst Konstantinopel in de eerste albums al eens naar Obelix (wanneer hij in De schat van Mata Hari de menhirs in Carnac, in het Franse Bretagne ziet staan), Nero (bij het diner in het laatstje plaatje van De zwarte Zonnekoning) of Suske en Wiske (de ideale toiletlectuur in De anonieme smulpapen).
De bekendste reeks van Merho’s leermeester Willy Vandersteen komt wel vaker ter sprake. Zo heet de kunstgalerie in Meesterwerken bij de vleet Het koddige kader, een verwijzing naar De koddige kater, een album van Suske en Wiske. In Album 26 stelt Kiekeboe als titel onder andere De vinnige viking voor. In hetzelfde verhaal slaat hij de handlangers van de Viking knock-out: “Of dacht je dat alleen Jerom zoiets kon?!”
Villa Delfia eindigt met de onverbeterlijke plagiaristen Lambert Saint-Val en Morgenstond die een stripreeks willen beginnen en hun pijlen richten op Willy Vandersteen: “Een reeks over een jongen en een meisje met een tante erbij en een zelfingenomen kaalkop. En een reuzesterke man. Een beetje jouw postuur. Dat zou iets kunnen worden.”
Ook andere stripseries worden geciteerd. Tijdens zijn legerdienst, in het album Geeeeef acht!, vermomt Kiekeboe zich als boomstronk - “Heb ik eens in Asterix gelezen”, meer bepaald in De kampioen. Er werd toen wel niet bij verteld dat verliefde koppeltjes hun namen graag in bomen krassen. In Album 26 oefent een student van het opleidingsinstituut voor stripfiguren op zijn tekstballonnen met “Rare jongens, die Romeinen”, een bekende uitspraak van Obelix. Guy en Raf uit De spray-historie hebben dan weer op hun kamer posters hangen van de Smurfen, terwijl op de Vogelenmarkt strips worden verkocht van Suske en Wiske, Jommeke, Kiekeboe zelf, Bakelandt en Nero in het album De snor van Kiekeboe.
De snor van Kiekeboe, 1984
Ook naar collega’s durft Merho al eens te verwijzen. Zo is Fanny’s vriendje uit Kies Kiekeboe, Hector Leepmans, een duidelijke karikatuur van Hector Leemans, die toen Bakelandt tekende in Het Laatste Nieuws en De Nieuwe Gazet, waarin ook Kiekeboe verscheen. Acht jaar later maken Bakelandt en zijn vrienden in Zita op de planken kennis met een groep rondreizende toneelspelers. Onder hen bevinden zich Guido Mortieri, naar Humo-hoofdredacteur Guy Mortier, en een zekere Roberto Merhottini.
Kies Kiekeboe, 1980
In De een zijn dood belandt Charlotte bij begrafenisondernemer Zerckmans, gesticht door Arthur Zerckmans. Zijn portret is dat van Berck, de tekenaar van Sammy, die in het echt Arthur Berckmans heette. In zijn zelfgeschreven verhaal, dat Album 26 opent, ontdoet Kiekeboe zich van een politieagent door hem in snippers uit elkaar te doen vallen. “Een variatie op een gag van Winsor McCay uit de New York Herald van 1912” zoals Merho later opmerkt.