Duistere expo
“Niet alles is te koop.” Zo vatte striptekenaar François
Schuiten, vooral bekend van ‘De duistere steden’ dat hij samen met Benoît Peeters maakt, kernachtig zijn beslissing samen om zijn
originele tekeningen weg te schenken aan vijf Belgische en Franse instellingen.
Daarnaast wilde hij ook dat alle platen uit één album bij elkaar bleven om
eventuele herdrukken mogelijk te maken.
Schuiten had gezien wat er kon gebeuren met originelen na de dood van zijn collega en vriend Didier Comès, in maart 2013. “De vrouw van Didier was al overleden en hij had geen kinderen. De originele tekeningen gingen dus naar zijn broer en zus. Hadden we geen actie ondernomen, dan hadden die vrijwel alles moeten verkopen om de zeventig procent successierechten te betalen”, aldus Schuiten in De Standaard. Bovendien verkocht Schuiten tot nu slechts enkele van zijn platen, waardoor die erg waardevol zijn (tussen de vier- en vijfduizend euro) en zijn kinderen dus erg veel geld zouden moeten ophoesten om de taksen te kunnen betalen.
Na lang en diep nadenken besloot de kunstenaar nog diezelfde maand om zijn werken weg te geven aan onder meer de Nationale Bibliotheek van Frankrijk, die ‘De muren van Samaris’, ‘De toren’, ‘Het scheve kind’ en ‘De schaduw van een man’ ontving, en de Koning Boudewijn Stichting. Die gaf dan weer aan de Biblioheca Wittockiana, het Brusselse Museum van de Boekband en de Boekkunst, opdracht om het volledig Fonds Schuiten in depot op te nemen.
Concreet resulteerde dat in de expo ‘Le temps des cités’, waarin vijftig originele platen uit ‘De holle aarde’, ‘Metamorfoses’, het tweedelige ‘De onzichtbare grens’, ‘Brüsel’, het tweeluik ‘De theorie van de zandkorrel’ en ‘Herinneringen aan het eeuwige heden’ te zien zijn. De bezoeker wordt letterlijk ondergedompeld in het fantastische universum dat François Schuiten samen met collega’s als zijn broer Luc (de drie boeken van ‘De holle aarde’), zijn leermeester Claude Renard (twee verhalen in het album ‘Metamorfoses’) en zijn jeugdvriend Benoît Peeters (de verhalen uit de reeks ‘De duistere steden’ die zich afspelen in de ‘Tegenaardse’ versie van België) schiep. Op de achtergrond zoemt en bromt een geluidsproductie van Bruno Letort, de muren zijn volledig afgedekt met gigantische bibliotheekboeken en midden in de ruimte bevinden zich enkele schaalmodellen uit het atelier en de verhalen van Schuiten, zoals een racewagen, een planetarium en een gevleugeld paard.
Schuiten had gezien wat er kon gebeuren met originelen na de dood van zijn collega en vriend Didier Comès, in maart 2013. “De vrouw van Didier was al overleden en hij had geen kinderen. De originele tekeningen gingen dus naar zijn broer en zus. Hadden we geen actie ondernomen, dan hadden die vrijwel alles moeten verkopen om de zeventig procent successierechten te betalen”, aldus Schuiten in De Standaard. Bovendien verkocht Schuiten tot nu slechts enkele van zijn platen, waardoor die erg waardevol zijn (tussen de vier- en vijfduizend euro) en zijn kinderen dus erg veel geld zouden moeten ophoesten om de taksen te kunnen betalen.
Na lang en diep nadenken besloot de kunstenaar nog diezelfde maand om zijn werken weg te geven aan onder meer de Nationale Bibliotheek van Frankrijk, die ‘De muren van Samaris’, ‘De toren’, ‘Het scheve kind’ en ‘De schaduw van een man’ ontving, en de Koning Boudewijn Stichting. Die gaf dan weer aan de Biblioheca Wittockiana, het Brusselse Museum van de Boekband en de Boekkunst, opdracht om het volledig Fonds Schuiten in depot op te nemen.
Concreet resulteerde dat in de expo ‘Le temps des cités’, waarin vijftig originele platen uit ‘De holle aarde’, ‘Metamorfoses’, het tweedelige ‘De onzichtbare grens’, ‘Brüsel’, het tweeluik ‘De theorie van de zandkorrel’ en ‘Herinneringen aan het eeuwige heden’ te zien zijn. De bezoeker wordt letterlijk ondergedompeld in het fantastische universum dat François Schuiten samen met collega’s als zijn broer Luc (de drie boeken van ‘De holle aarde’), zijn leermeester Claude Renard (twee verhalen in het album ‘Metamorfoses’) en zijn jeugdvriend Benoît Peeters (de verhalen uit de reeks ‘De duistere steden’ die zich afspelen in de ‘Tegenaardse’ versie van België) schiep. Op de achtergrond zoemt en bromt een geluidsproductie van Bruno Letort, de muren zijn volledig afgedekt met gigantische bibliotheekboeken en midden in de ruimte bevinden zich enkele schaalmodellen uit het atelier en de verhalen van Schuiten, zoals een racewagen, een planetarium en een gevleugeld paard.
Een beetje in een hoekje weggedrumd bevindt zich een reproductie van dat atelier, met daarin enkele schetsen op de tekentafel en opnieuw de enorme boeken. In een andere ruimte speelt een video van ongeveer tien minuten, waarin Schuiten en Peeters samen aan een plaat werken, is te zien hoe een cover voor het tijdschrift (Wordt Vervolgd) is opgebouwd uit verschillende tekeningen en staat de tekening die de tekenaar speciaal voor de tentoonstelling maakte. Wat ons, doorgewinterde stripexpobezoekers, vooral opviel was de hartelijke verwelkoming van de mensen van het Wittockiana museum en de kleine brochure (twee geplooide A4-bladzijdes) die de expo vergezelt, met vooraan een zelfportret van Schuiten en verder meer informatie over de afzonderlijke platen, albums en objecten - en beide zowel in het Nederlands als in het Frans.
‘Het tijdperk van de steden - Schenking François Schuiten’ is als expo een absolute aanrader voor mensen die de strips en/of de tekenaar kennen en zich met plezier gedurende een uurtje wil overgeven aan de soms beklemmende sfeer die ook in de albums heerst. Voor leken op het gebied van ‘De duistere steden’ is de drempel allicht iets te hoog - maar dankzij zijn schenking heeft François Schuiten er wel voor gezorgd dat ook zij in de toekomst een album van hem kunnen kopen en steeds kunnen genieten van een introductie aan de hoogst mogelijke kwaliteit.
‘Het tijdperk van de steden - Schenking François Schuiten’,
nog tot en met 19 april van dinsdag tot en met zondag van 10 tot 17 uur in Bibliotheca Wittockiana, Bemelstraat 23, Brussel