Hergé & Picasso
De hoge kwaliteit van het werk van Hergé, plus de prikjes die hij dus hier en daar wel uitdeelt in zijn oeuvre, gaven hem de ietwat ondankbare bijnaam “de Picasso van het beeldverhaal”. Experts vinden dat uiteraard een stap te ver gaan: “Hergé is het boegbeeld van het stripverhaal, aangezien hij de bekendste is en de film van Spielberg heeft zijn bekendheid nog doen toenemen”, aldus stripkenner Philippe Mellot in een artikel van de Franse regionale krant Le Républicain Lorrain. Ook Jean Auquier, directeur van het Belgisch Stripmuseum, onthield zich van een vergelijking met Picasso maar omschreef Hergé wel als “een unieke reus in zijn eigen recht”.
Zowel Hergé als Picasso maakten beeldende werken, al dan niet te omschrijven als kunst. Uiteraard is een vergelijking hier bijzonder bij de haren getrokken. Houdt ons dat tegen om het te doen? Tuurlijk niet… Picasso staat nog net in de top drie van de duurst verkochte schilderijen allertijden. In maart 2013 verpatste casinogigant Steve Wynn voor liefst 155,9 miljoen dollar ‘Le Rêve’ (1932) aan financier Steve A. Cohen.
Zowel Hergé als Picasso maakten beeldende werken, al dan niet te omschrijven als kunst. Uiteraard is een vergelijking hier bijzonder bij de haren getrokken. Houdt ons dat tegen om het te doen? Tuurlijk niet… Picasso staat nog net in de top drie van de duurst verkochte schilderijen allertijden. In maart 2013 verpatste casinogigant Steve Wynn voor liefst 155,9 miljoen dollar ‘Le Rêve’ (1932) aan financier Steve A. Cohen.
Hergé staat dan toch enkele treden lager. In 2012 werd zijn originele cover voor de eerste uitgave van ‘Tintin en Amérique’ geveild voor 1,3 miljoen euro. Vier jaar eerder had dezelfde tekening, een prent van 32 op 32 centimeter gemaakt met Indische inkt en gouache, al een wereldrecord gevestigd voor duurste originele striptekening. “Hergé is de duurste van alle striptekenaars,” aldus stripexpert Eric Leroy van het Parijse veilinghuis Artcurial, dat de cover veilde, in Het Laatste Nieuws. “Hij geldt als de Van Gogh van de negende kunst.”
Roger Decadt, volgens sommigen de grootste stripverzamelaar van Vlaanderen, legde in De Morgen uit waar die hoge bedragen vandaan komen: “De prent is gemaakt in 1932. Daardoor is ze kostbaarder, want het is een pure Hergé. In die tijd werkte hij nog niet met coloristen. Vanaf de jaren vijftig maakte Hergé de schetsen, maar zette een medewerker een kopie van de prent om in Chinese inkt. Daarom is een afgewerkte tekening uit die tijd nu minder waard dan een schets.”
Een extra verklaring is dat van dergelijke originele covertekeningen, ingekleurd met dekkende waterverf door Hergé zelf, er slechts vijf bestaan, waarvan er drie in het Hergé Museum in Louvain-La-Neuve hangen. Hoewel de bedragen voor originele stripkunst beduidend lager liggen dan die voor originele schilderijen, is wel duidelijk dat zowel Picasso als Hergé bovenaan meespelen in hun vakgebied. Voor de schilderijen van Hergé worden overigens aanzienlijk lagere bedragen geboden. In mei 2011 werd een abstract schilderij van zijn hand in Namen geveild voor 35 000 euro.
Toch kan volgens Le Monde, de Franse kwaliteitskrant bij uitstek, de naam van Hergé gerust in dezelfde adem vernoemd worden als die van Picasso. In de zomer van 2012 publiceerde ze een reeks rond tien wereldkunstenaars uit de twintigste eeuw. Naast acteur Charlie Chaplin, schrijver J.R.R. Tolkien, artiest Andy Warhol, beeldhouwster Camille Claudel en haar broer, toneelschrijver Paul Claudel, actrice Marilyn Monroe, architect Le Corbusier, ontwerpster Coco Chanel en muzikant Bob Marley staan ook Hergé en Picasso in dit illustere lijstje.
Tenslotte laten we nog kunstkenner kapitein Haddock aan het woord, met een zinsnede over het nut van kunst die even goed over deze vergelijking tussen twee kunstenaars uit compleet verschillende werelden zou kunnen gaan: “Het dient nergens voor!... Absoluut nergens voor! Kunstwerken dienen nergens voor! Kunst is kunst!”
BRONNEN
Fervent Kuifje-verzamelaar en meesterlijk blogger Popokabaka liet op zijn blog zien wat er aan de muur hing bij Hergé thuis.
Toon Horsten schreef over de schildercarrière van Hergé in het artikel ‘Tussen Klee en Kuifje’ in De Standaard van 10 maart 2011.
Anthony Lorenzi geeft op zijn fansite enkele voorbeelden van de links tussen Kuifje, Hergé en kunst.