Deep Purple, Robert Crumb, Batman en The Grateful Dead
Op 10 juli 1970 speelt Deep Purple, de legendarische Britse
rockgroep die dan net haar album ‘In Rock’ heeft afgeleverd, een concert
tijdens een rockfestival in Aachen, Duitsland. Hoewel bootleggen, het illegaal
opnemen van liveconcerten, op dat moment nog in zijn kinderschoenen staat, weet
iemand toch het geluid af te tappen van de mengtafel naar een bandopnemer. Het
resultaat is de eerste Deep Purple bootleg, achtereenvolgend bekend als onder
meer ‘Space’, ‘H-Bomb’, ‘Sonic Zoom’ en ‘Darker Than Blue’. De band brengt het
later ook zelf uit via Purple Records, in 2001 als ‘Space Vol. 1 & 2’ (op
het Sonic Zoom label nog wel) en in 2006 als ‘Live In Aachen’.
Een van de vele elpeeversies was getiteld ‘H-Bombed Or Sonic Zoomed: Live In Europe’ en voorzien van een roze cover met zes tekeningen van de Amerikaanse cartoonist Robert Crumb. Die verschenen als ‘Stoned Again’ in 1971 in het undergroundmagazine Hytone Comix, samen met een andere tekening van Crumb die menig hippieslaapkamer versierde, ‘Tommy the toilet’. Een ‘sealed copy’ van de bootlegplaat verwisselde in november 2013 voor ruim 130 dollar van eigenaar.
Een van de vele elpeeversies was getiteld ‘H-Bombed Or Sonic Zoomed: Live In Europe’ en voorzien van een roze cover met zes tekeningen van de Amerikaanse cartoonist Robert Crumb. Die verschenen als ‘Stoned Again’ in 1971 in het undergroundmagazine Hytone Comix, samen met een andere tekening van Crumb die menig hippieslaapkamer versierde, ‘Tommy the toilet’. Een ‘sealed copy’ van de bootlegplaat verwisselde in november 2013 voor ruim 130 dollar van eigenaar.
Na ‘In Rock’ en ‘Fireball’ neemt Deep Purple voor het eerst tijd voor de opnames van een album door op retraite te gaan in Zwitserland. ‘Machine Head’ is het commercieel meest succesvolle album van de Engelse rockers en bevat bekende nummers zoals Highway Star, Smoke On The Water en Space Truckin’.
Voor die laatste song liet gitarist Richie Blackmore zich inspireren door een televisiemuziekje: “Ik herinner me dat er in de vroege jaren zestig een televisiereeks was die Batman heette en ik had een soort riff die daar een beetje op leek.” In de VH1-documentaire Classic Albums: Machine Head vertelt hij verder dat de riff uit het refrein van Space Truckin’ eigenlijk een oefening was om zijn duim te trainen. Zoals gitaristen hieronder kunnen zien, is de overeenkomst tussen Space Truckin’ en het Batman Theme eigenlijk de chromatische benadering, waarbij noten die vlak naast elkaar liggen gespeeld worden.
Het Batman Theme, het titelnummer van de roemruchte Batman
televisiereeks uit 1966, is geschreven door jazztrompettist Neal Hefti. De vier
tenors en vier sopranen van de Ron Hicklin Singers die telkens “Batman!”
uitroepen doen dat over een typische twaalfmatenblues met verwijzingen naar
spionagefilms en surfmuziek.
Blackmore liet zijn riff horen aan de rest van de band en zoals zanger Ian Gillan en drummer Ian Paice verder gingen: “Je had toen zoiets als Keep on truckin’…” “Ja, een stripfiguurtje.” “Grote voeten.” “Die bleef maar wandelen naar de verte.” “Truckin’ was toen heel populair.”
In oktober 1968 was in San Francisco Zap Comix No. 1 verschenen met op de cover de waarschuwing “for adult intellectuals only”. De undergroundstrip is officieel geboren. Het leeuwendeel van het blaadje is gevuld door cartoonist Robert Crumb onder zijn pseudoniem R. Crumb. Een van zijn strips was een pagina geïnspireerd door Truckin’ My Blues Away, een liedje van blueszanger Blind Boy Fuller. Enkele mannen wandelen vol zelfvertrouwen rond door verschillende omgevingen. Al gauw werd Keep on truckin’ een iconisch symbool voor de hippiegeneratie dat dus ook werd opgepikt door Ian Gillan, die het vermengde met een futuristische tekst om tot Space Truckin’ te komen.
Blackmore liet zijn riff horen aan de rest van de band en zoals zanger Ian Gillan en drummer Ian Paice verder gingen: “Je had toen zoiets als Keep on truckin’…” “Ja, een stripfiguurtje.” “Grote voeten.” “Die bleef maar wandelen naar de verte.” “Truckin’ was toen heel populair.”
In oktober 1968 was in San Francisco Zap Comix No. 1 verschenen met op de cover de waarschuwing “for adult intellectuals only”. De undergroundstrip is officieel geboren. Het leeuwendeel van het blaadje is gevuld door cartoonist Robert Crumb onder zijn pseudoniem R. Crumb. Een van zijn strips was een pagina geïnspireerd door Truckin’ My Blues Away, een liedje van blueszanger Blind Boy Fuller. Enkele mannen wandelen vol zelfvertrouwen rond door verschillende omgevingen. Al gauw werd Keep on truckin’ een iconisch symbool voor de hippiegeneratie dat dus ook werd opgepikt door Ian Gillan, die het vermengde met een futuristische tekst om tot Space Truckin’ te komen.
Space Truckin’ was overigens niet de enige song die geïnspireerd was door Keep on truckin’. De hippierockers van de Grateful Dead brachten in 1970 het album ‘American Beauty’ uit met daarop onder meer Truckin’, een gezellige shuffle over de moeilijkheden die de band on the road moest overwinnen.
Keep on truckin’ was plots synoniem voor hippie-optimisme,
een tendens waar Crumb zich behoorlijk ongemakkelijk bij voelde: “Was ik nu een
woordvoerder voor de hippies of zo? Keep on truckin’ is de vloek van mijn
leven. Die onnozele kleine cartoon werd immens populair. Grote voeten staan
gelijk aan collectief optimisme. Ik wou helemaal niet het uithangbord van de
tegencultuur worden! Dus begon ik al mijn perverte sexfantasieën los te laten.
Dat was de enige manier om niet meer “Amerika’s Meest Geliefde Hippie
Cartoonist” te zijn.”
Ook de Grateful Dead werd genadeloos neergesabeld door Crumb: “Ik heb nooit iets te maken gehad met die gasten. Ik haatte hun muziek. Ik heb een paar van hun concerten gezien en ben er in slaap gevallen.” Later legde muziekliefhebber Crumb zich blijkbaar toch neer bij zijn affiliatie met de archetypische hippieband en tekende hij zelfs de cover voor ‘The Music Never Stopped: Roots Of The Grateful Dead’ uit 1995.
Ook de Grateful Dead werd genadeloos neergesabeld door Crumb: “Ik heb nooit iets te maken gehad met die gasten. Ik haatte hun muziek. Ik heb een paar van hun concerten gezien en ben er in slaap gevallen.” Later legde muziekliefhebber Crumb zich blijkbaar toch neer bij zijn affiliatie met de archetypische hippieband en tekende hij zelfs de cover voor ‘The Music Never Stopped: Roots Of The Grateful Dead’ uit 1995.