Rijkevorselaars Yaack en Wegé over hun stripcarrières (deel 3)
De Veusselse Vertellers
Bomans, Hermann en Slimmeke Slim
Via Dirk Michiels werkt Yaack ook samen met Mormic, de tekenstudio van Michiels en Luc Morjaeu, de huidige tekenaar van Suske en Wiske. Na een stripadaptatie van de televisiereeks Jacobus en Corneel waagt het trio zich aan Erik of het klein insectenboek van de Nederlandse auteur Godfried Bomans. “Dat hadden we rot gelezen op school, ik heb er zelfs nog een examen over afgelegd.”
In 1993 verschijnt bij Standaard Uitgeverij het eerste deel van Scorpio, getekend door Robert Wuyts in een stijl die doet denken aan die van Hermann. Wuyts, een Turnhoutenaar van Rwandese afkomst, tekende ook Duitse Bessy-verhalen en werkte voor het eerste samen met Yaack aan Rattenjong, een kortverhaal met elfen, heksen en monsters dat in het Stripfeestboek 1985 van Standaard Uitgeverij werd gedrukt. Scorpio gaat over de jonge Schotse avonturier Steve MacEwan die zijn kans waagt in koloniaal Afrika. “Een bevriende pater had bij de Masaï geleefd en die sfeer wilden we echt in het verhaal laten kruipen. De Masaï zijn een fier volk dus benaderde ik het onderwerp ook met meer stijl.”
Al snel na het laatste album krijgt Scorpio opvolging in de vorm van Safari Hotel, een reeks kortverhalen die eveneens Afrika als decor heeft maar ditmaal met als hoofdpersonages en doelpubliek kinderen. De avonturen van het Engelse jongetje Jack en zijn Masai-vriendje Ngongo worden midden jaren negentig gepubliceerd in het Suske & Wiske Weekblad. Rond dezelfde tijd maakt Yaack samen met tekenaar Yurg, die ook strips publiceert in het Suske & Wiske Weekblad, de krantenstrip Slimmeke Slim voor Gazet van Antwerpen. Bonte gaf de zes verhalen uit in albumvorm.
De averechtse Tistjen Dop
De gags van Tistjen Dop verschenen in de jaren tachtig bij Zinjé in albumvorm. “Dan ben je voor de stripliefhebbers pas echt een striptekenaar, terwijl ik toen natuurlijk al jaren aan het tekenen was”, aldus Wegé. Via De Volksmacht, het ledenblad van de christelijke arbeidersbeweging, bereikt de werkloze stripheld zelfs meer dan een miljoen lezers. De reeks wordt tegelijk ook gepubliceerd door onder meer de socialisten en zelfs de communistische partij. “Een journalist vroeg ooit of ik nu links of rechts was. ‘Averechts’ heb ik geantwoord (lacht).”
Tistjen Dop staat ook in een werklozenkrant die verspreid wordt aan de lange rijen wachtenden op de stempelcontrole (‘den dop’ in de volksmond). Maar na tien jaar is het avontuur uit. “Ik ben eigenlijk een hele vroege nieuwe man, ik doe al jaren mijn deel in het huishouden. Ik had steeds minder tijd voor de strip en vond bovendien dat ik verteld had wat er te vertellen viel.” De naam Tistjen Dop wordt wel overgenomen door de Turnhoutse stripspeciaalzaak die Ad Hendrickx, mede-organisator van de Stripgidsdagen, in 1986 opent. Hij bracht in 2016, ter ere van het dertigjarige bestaan van de stripwinkel, De Verloren Episodes uit, met de laatste ongepubliceerde gags van Tistjen Dop.
Wegé verzon zelf de gags van Tistjen Dop. “Maar scenario’s schrijven kon je dat niet echt noemen”, lacht hij. “Ik borduurde vaak op bepaalde actuele thema’s verder. Tijdens het werken had ik de radio op staan en noteerde ik stopwoorden die me belangrijk leken. Tistjen kon soms echt met zijn vuile voeten door de toenmalige actualiteit gaan. Ik moest elke zondagvoormiddag mijn plaat gaan afgeven bij Walter van den Broeck voor publicatie de volgende week.” “Voor sommige strips werkt het beter als de tekenaar zelf de scenario’s schrijft, dan is een scenarist eerder een noodoplossing”, beseft Yaack. “Maar de afleveringen van Suske Wiet bedachten Willy en ik bijvoorbeeld samen.”
Erika Raven en Kiekeboe in Suske Wiet
Suske Wiet was een denkbeeldige inwoner van Rijkevorsel, die zijn avonturen beleefde in het ‘Veussels maandblad’ De Brug. In een van de afleveringen speelde Marcel Kiekeboe, getekend door Merho zelf, mee. Hij was op zoek naar het vorige nummer van De Brug, want daarin had Bronzen Adhemar winnares Erika Raven enkele helikopters getekend. “Jacques en ik wonen in dezelfde straat in Rijkevorsel dus was het logisch om eens samen iets te maken”, aldus Wegé. Het duurde wel even voor Suske Wiet zijn naam kreeg, zegt Yaack: “Ik had honderd ideeën maar geen enkel was goed genoeg - tot ik in mijn ligstoel lag en een vogeltje hoorde ‘suskewieten’. Niet lang geleden is er trouwens een album van Suske en Wiske met dezelfde titel verschenen (maar dan wel aan elkaar geschreven, nvda).”
Ondertussen werd De Brug vervangen door De Nieuw Brug, waarvoor Wegé, naast de opvallende covers, nog steeds cartoons tekent en Yaack scenario’s schrijft voor Yee-Li van Katrien en Veussel in Beeld en Spraak door Rik Onzia. Bovendien is Intussen, een woordeloze strip van Wegé, over een mannetje dat op wandel is met zijn hond, in De Nieuw Brug binnengeslopen. Ook enkele decennia na hun stripdebuten blijken de Veusselse Vertellers alles behalve uitverteld.