Dan Teal
John Bakker wordt als zoon van twee gescheiden circusartiesten groot gebracht door zijn oma in de wijk Kortenbos in het centrum van Den Haag. Na een technische opleiding als huisschilder volgt hij zaterdagmiddagcursussen aan de Haagse academie voor beeldende kunsten.
Midden jaren zestig legt Bakker zich toe op striptekenen. Onder het pseudoniem Otis Space maakt hij strips voor de eerste vier nummers van het scifi-blad Morgen en hij bedenkt het autobiografische personage ‘Mod’, waarvan de avonturen nooit worden gepubliceerd. In 1968 verschijnt de psychedelische gagstrip ‘Toppie Tien’ in de Muziek Express. Een jaar later maakt Blook zijn eerste optreden in PEP. Nadat hij per ongeluk een Supermolekuul van zijn uitvindende pa opeet, verandert hij in een gespierde alleskunner met smetvrees. Bakker maakte deze parodie op de Amerikaanse superhero comics vijf jaar lang, eerst met Lo Hartog van Banda en daarna met Dick Matena.
Volgens de legende rijdt John Bakker in die tijd rond in een oude Pontiac met op de motorkap een zelfgeschilderde vogel. Die valt ook de mensen van Pontiac zelf op wanneer hij er mee in de PEP staat. Pontiac koopt de rechten op de afbeelding met als gevolg dat de Pontiac Firebirds voortaan voorzien worden van een vogel ontworpen door John Bakker.
In 1970 en 1971 verschijnt in PEP een strip met tekenwerk van John Bakker en een scenario van een in Zwitserland geboren Nederlandstalige dichter. Zijn echte naam is Heinz Hermann Polzer, hij publiceert proza en ondertekent dit verhaal als Geo Staad (een verwijzing naar het mondaine Zwitserse skidorp Gstaad nabij zijn geboorteplaats Thun) maar wordt enkele jaren later pas echt bekend als Drs. P met liedjes zoals ‘De zusters Karamazov’ en ‘Dodenrit’.
|
In ‘Het maanvirus’ blijkt dat de maanastronauten een virus hebben meegenomen waardoor iedereen een hoofd in de vorm van de maan krijgt en enkel nog goedgemutst door het leven kan. Dan Teal (een karikatuur van Bakker zelf) blijkt immuun en wordt dan ook als een monster aanzien. Wanhopig vlucht hij de halve wereld rond tot hij in de jungle van Zuid-Amerika de gestrande Vergielje (met een uiterlijk dat veel weg heeft van dat van Drs. P) ontmoet. Die is op zoek naar een verborgen ondergronds rijk.
Dan Teal is een verwijzing naar de Italiaanse auteur Dante Alighieri, het bekendste van zijn 14de eeuwse meesterwerk ‘La Divina Comedia’ ofwel ‘De Goddelijke Komedie’. Daarin ontmoet hij de geest van de Romeinse dichter Vergilius die hem vergezelt tijdens het eerste deel van zijn reis via het vagevuur en de hel naar de hemel. Onderweg zien ze hoe de zondaars in de negen cirkels van de hel gestraft worden. Verder verwijzen Bakker en Drs. P naar onder meer de protestcultuur, de consumptiemaatschappij, Mexicaanse piramides, middeleeuwse draken en de bijbel. Geen wonder dus dat gemiddelde PEP-lezer snel afhaakt en het verhaal geen vervolg krijgt.
Maar zonder ‘Het Maanvirus’ had Drs. P nooit zijn bekendste nummer geschreven, zo gaf hij zelf aan in de documentaire ‘Drs. P: Niet van talent gespeend’ uit 2006. In het album kan Dan Teal aan enkele achtervolgende monsters ontsnappen door hen zijn masker toe te werpen, waarop de ondingen zich daarop storten. Drs. P vertelde de tekenaar toen hoe volgens de legende in de 19de eeuw in Rusland tijdens ellenlange trojkaritten door het Siberische sneeuwlandschap soms kinderen voor de wolven werden gegooid zodat de overige passagiers tijd konden winnen om toch veilig in een stad aan te komen.
Op de terugweg bedacht hij dat dit een goed thema kon zijn voor een liedje en zo ontstond ‘Dodenrit’. Het vertelt over de fatale tocht van een gezin naar Omsk waarbij de zanger zijn drie kinderen en zijn vrouw een voor een opoffert aan de hongerige wolven. Op het einde lijkt de man het te halen maar door een vreugdedansje struikelt hij en wordt hij alsnog levend verslonden. ‘Dodenrit’, ook bekend als ‘Trojka hier, trojka daar’, werd het bekendste nummer van Drs. P en zelfs zo populair dat hij niet ontkwam aan een optreden in Toppop. Daar vielen echter eerder zijn schabouwlijke playbackkwaliteiten en zijn vreemde bontmuts dan het nummer zelf op - maar oordeel vooral zelf door op de foto hieronder te klikken.
Ook 1973 en 1974 zijn vruchtbare PEP-jaren voor Bakker, met onder meer vijf verhalen van Smock, waarvan er maar twee gepubliceerd werden, een verhaal van Jab en zes losse strips. Des te opvallender dan ook dat hij een jaar later, wanneer PEP en Sjors samenvloeien tot het stripblad Eppo, volledig uit de stripwereld verdwijnt. Hoewel, volledig: het is meer dan waarschijnlijk dat hij verantwoordelijk is voor ‘De Keizerkraker’, een parodie op Suske en Wiske uit 1982 waarin Lambik nietsvermoedend drugs dealt en Sidonia in de prostitutie terecht komt, waar ze voor een travestiet wordt aangezien. Het verhaal werd zogezegd gemaakt door Willy Dondersteen. Bakker maakte ook nog strips voor de Daklozenkrant.
Ook als reclametekenaar en kunstschilder bleef John Bakker een jonge rebel. Een typische anekdote: een vriend vertelde dat toen Bakker het nieuws hoorde van de zelfmoord van Herman Brood, hij het idee opvatte om een paar van diens schilderijen te vervalsen - “want een Brood haal je toch bij de Bakker?”. ‘Sleepy’ Johnny Baker overleed plots op 16 september 2006 op amper 59-jarige leeftijd. Zijn muzikale vrienden namen afscheid met een eerbetoon in Hotel ’t Centrum aan de Veenkade in zijn geliefde Den Haag. De avond werd passend op gang getrapt met ‘Johnny B Goode’.
|
BRONNEN
Mijnheer Cremers verzamelde heel wat info plus enkele ongepubliceerde platen van Blook op zijn fansite.
Jan den Hoed, auteur van ‘Haagse jongens krentenbrood’, haalt op zijn blog herinneringen op aan John Bakker.
De PEP site verzamelt informatie over elke strip die ooit in het blad stond, dus ook over ‘Dan Teal’.
En dan is er natuurlijk nog Wikipedia, met artikelen over Drs. P en over ‘Dodenrit’.