Toeristische wandeling door Brussel

In 1989, tien jaar na Vlaanderen en Wallonië, kreeg Brussel zijn eigen gewestinstellingen, waarmee het Brussels Hoofdstedelijke Gewest een feit was. Datzelfde jaar opende het Belgisch Stripcentrum (toen nog Belgisch Centrum voor het Beeldverhaal) de deuren. Dat zag in deze dubbele verjaardag een mooie gelegenheid voor een expo over de stad Brussel in het beeldverhaal. 

“‘Beeldig Brussel’ is een heerlijke wandeling doorheen de Brusselse wijken aan de hand van werk van stripauteurs die in de loop van de jongste vijfentwintig jaar het Brussel van hun tijd hebben geïllustreerd”, belooft Jean Auquier, curator van de expo en directeur van het Belgisch Stripcentrum. Geen Suske en Wiske op de toren van het stadhuis van Brussel en geen paleis van de drie regeringen uit ‘Brüsel’ dus, wel meer dan honderddertig originele illustraties van ruim veertig stripauteurs.

Onder hen bevinden zich uiteraard kleppers als Tibet, Marc Sleen en Bob De Moor, die respectievelijk Rik Ringers, Nero en Barelli avonturen lieten beleven in het stripmuseum zelf of in de rest van bruisend Brussel. Maar er kan ook kennis gemaakt worden met minder bekende auteurs zoals Sylvain Savoia, Nicolas Vadot en Max de Radiguès.

De bedoeling is dat de bezoeker zich aan de hand van de originele platen en tekeningen, die zich in de verschillende wijken afspelen, op een toeristische wandeling doorheen Brussel waant. Dat blijkt uit de skyline die zich boven de tentoonstelling bevindt en uit de toeristische borden die her en der opgesteld staat. Een leuk idee maar allicht veel efficiënter wanneer het helemaal was doorgetrokken - waarom bijvoorbeeld niet letterlijk een wandeling doorheen de expo (en dus Brussel) uitstippelen?

Enkele van de interessantste tentoongestelde platen zijn afkomstig uit nog niet gepubliceerde strips. Frank Pé werkt momenteel aan een one-shot rond Robbedoes op scenario van Zidrou. In ‘Het licht van Borneo’ zien we de Brusselse Kolenmarkt - en dus ook Pés stripmuur met Ragebol. Jean-Claude Servais leende dan weer enkele pagina’s uit het eerste deel van ‘Op weg naar Compostela’, dat later dit jaar verschijnt. Beide auteurs waren aanwezig op de opening van de tentoonstelling, die samenviel met het begin van een feestweekend in het BSC waar ook de nieuwe ruimtes rond de Smurfen en Boerke ingehuldigd werden.

Brussel-Zuid, het Beursplein, de Grote Markt - in de loop der tijden wordt de stad minder decor en meer personage. Dat valt vooral op in het werk van opnieuw Frank Pé. In het album ‘De nacht van de kat’ woont Ragebol achter het station Luxemburg, waar het Europees Parlement wordt opgetrokken. De dromerige jongeman gaat op zoek naar een kat die eropuit getrokken is en heeft allerlei nachtelijke ontmoetingen in een levendige stad.

‘Vautrin door Baru’, de vorige expo in het Belgisch Stripcentrum, was één van de beste van de afgelopen jaren, net door de toegevoegde waarde van de vormgeving: grote boeken met daarop tekeningen in plaats van platen in kaders, de auteur zelf die uitleg geeft bij zijn keuzes… ‘Beeldig Brussel’ is opnieuw een tentoonstelling met een orginele insteek maar het is jammer dat de lijn niet werd doorgetrokken, bijvoorbeeld door de getekende en de werkelijke versie van Brussel te vergelijken of door de auteurs aan het woord te laten over de stad die ze niet alleen geportreerd maar allicht ook anders beleefd hebben.

Beeldig Brussel, nog tot en met 1 maart 2015 in het Belgisch Stripcentrum.
Meer info op www.stripmuseum.be. Dit stuk verscheen eerder in Stripgids.